16 september 2025 - 7 min leestijd

Hoe kunstmatige intelligentie de maakindustrie fundamenteel verandert

Zelflerende machines, intuïtieve besturing, en productie die zich vanzelf aanpast aan het product: kunstmatige intelligentie (AI) is bezig met een stille revolutie in de maakindustrie. Op de EMO Hannover 2025 – dé internationale beurs voor productietechnologie – is van 22 tot en met 26 september te zien hoe AI van machines denkende partners in het productieproces maakt.

Waar AI enkele jaren geleden nog klonk als toekomstmuziek, vormt het nu een antwoord op urgente uitdagingen: personeelstekorten, toenemende concurrentiedruk en de noodzaak tot verduurzaming. Machines worden niet alleen slimmer, ze nemen ook steeds meer kennis en verantwoordelijkheid over. Daarmee groeit AI uit tot een strategisch wapen voor bedrijven die in de internationale concurrentiestrijd overeind willen blijven.

AI in machinebouw gaat veel verder dan klassieke automatisering. Machines leren van data, voorspellen procesuitkomsten en passen hun gedrag aan. Sensoren, machine learning en slimme software zorgen voor continue optimalisatie – niet alleen van het productieproces, maar ook van onderhoud en kwaliteitscontrole.

Toegankelijker

“Een groot voordeel is dat AI veel meer parameters tegelijk kan meenemen in de monitoring van processen dan traditionele methoden,” zegt Philipp Klimant van het Fraunhofer-Instituut voor Machinewerktuigen en Vervormingstechniek (IWU) in Chemnitz. Denk aan real-time kwaliteitscontrole, voorspellend onderhoud of ondersteuning bij opleiding van nieuwe medewerkers.

De Duitse wetenschappelijke vereniging voor productietechniek (WGP), waarbij Klimant is aangesloten, brengt onder de naam ProKI praktijkkennis en demonstraties van AI-toepassingen naar de praktijk – vooral in het mkb. Daarmee wordt AI toegankelijker voor bedrijven die willen experimenteren of concrete vraagstukken hebben.

AI blijkt vooral interessant als er iets te winnen valt. “De belangrijkste vraag is: hoeveel efficiëntiewinst is mogelijk in mijn proces?”, zegt Klimant. Dat is sterk afhankelijk van het type productie. In de kunststofverwerking, zoals spuitgieten, kan het foutpercentage oplopen tot 30 procent – dat is een enorm verbeterpotentieel voor AI. Maar ook in stabiele processen kan AI waarde toevoegen, bijvoorbeeld door machines langer en voorspelbaarder te laten draaien.

En een ander voordeel is de opslag van kennis in algoritmes. “Als ervaren collega’s met pensioen gaan, kan hun kennis via AI beschikbaar blijven. Dat helpt bij opleiding en automatisering”, aldus Klimant.

Centraal thema EMO

AI werkt vaak als een ‘black box’: het systeem leert op basis van ervaringen – zonder dat we alle oorzakelijke verbanden snappen – en doet voorspellingen. Bijvoorbeeld over de uitkomst van een metaalbewerking, op basis van een geluidssignaal. Deze informatie wordt teruggekoppeld naar de besturing, zodat machines zichzelf kunnen bijsturen.

Afhankelijk van de toepassing zijn er flinke verschillen in benodigde rekenkracht. Beeldherkenning vraagt meer van de hardware dan eenvoudige voorspellende modellen. “Voor taalmodellen zijn zelfs speciale AI-kaarten of krachtige gpu’s nodig”, merkt Klimant op.

Dat AI niet langer niche is, maar de toekomst van de industrie bepaalt, blijkt ook uit het programma van de EMO Innovation Stage. Vijf dagen lang wordt in Hal 12 (stand A60) een inhoudelijk programma geboden waarin AI in de volle breedte wordt besproken: van toepassingen op de fabrieksvloer tot de maatschappelijke en economische impact.

“De economie staat voor enorme uitdagingen. Dat maakt het belangrijker dan ooit om de toekomstbestendigheid van productie te versterken”, zegt Markus Heering, directeur van organisator VDW. “Op de Innovation Stage brengen we technologie, bedrijfsstrategie en maatschappelijke vragen bij elkaar.” Een hoogtepunt vormt de reeks Perspectives of Production (P.O.P.) Talks. Internationale experts presenteren hier in compacte sessies hun visie op AI in de maakindustrie.

Zo vraagt Patrick Glauner (TU Deggendorf, Skyrocket.ai) zich af hoe bedrijven winstgevend gebruik kunnen maken van de nieuwste AI-technologieën. Hoe benutten ze kansen zonder maatschappelijke acceptatie te verliezen? En hoe kan Europa innovatief en competitief blijven? Vragen die ook in de Benelux-industrie herkenbaar zijn, waar de technologie vaak voorhanden is, maar implementatie nog achterblijft.

Rainer Bischoff (Intrinsic AI, onderdeel van Alphabet) laat zien hoe robots met AI machinegereedschappen autonoom kunnen aansturen. Praktijkmensen zoals Jörg Fenstermann (VW Kassel) en Sebastian Schneider (DMG Mori) wijzen op de cruciale rol van data. Zonder hoogwaardige data geen betrouwbare AI – en dus ook geen toekomstbestendige productie.

Maar er zijn ook waarschuwingen. Mirko Ross (asvin) wijst op de kwetsbaarheid van trainingsdata: wie die niet beschermt, loopt grote risico’s. Publiek denker Sascha Lobo geeft een presentatie waarin één vraag centraal staat: AI in de maakindustrie – groeimotor of bedreiging?

De Innovation Stage benadrukt dat AI geen technologische gimmick is, maar een strategische factor. Stephen Hooper (Autodesk) en Julia Jäkel (voormalig CEO Gruner + Jahr) onderstrepen dat technologie en politiek steeds meer vervlochten raken. Daarmee schuift AI op van de fabrieksvloer naar de boardroom.

Blik van de klant

AI en digitalisering veranderen niet alleen hoe er wordt geproduceerd, maar ook wat klanten verwachten. Tijdens het EMO Economic Forum ‘Made for Tomorrow – Discover what drives the future of manufacturing’ komen sleutelbranches als automotive, luchtvaart, medtech en machinebouw aan het woord. De boodschap is duidelijk: leveranciers moeten verder denken dan machines alleen.

Roland Sommer (Krones AG): “Alleen door het juiste samenspel tussen machine, medewerker, data en procesnetwerken kan meerwaarde ontstaan.” Daarmee bevestigt hij dat machinebouwers steeds vaker systeemintegratoren worden.

In de medische technologie staan precisie en flexibiliteit centraal. “De sector staat aan de drempel van een nieuw tijdperk,” zegt Kamilla König-Urban (Karl Storz SE & Co. KG). “Innovaties als robotgestuurde, digitale chirurgie bieden ongekende mogelijkheden, maar vragen tegelijk om uiterst precieze en flexibele productie.”

Ook in de luchtvaartsector gaat het om veerkracht en onderhoud. Michael Hergeth (MTU Aero Engines): “Dit kantelpunt dwingt ons om anders te denken – met slimme onderhoudsconcepten en veerkrachtige teams garanderen we de beschikbaarheid van morgen.”

Automotive ,ten slotte, zoekt naar hernieuwde kracht in Europa. Eric Müller (Gnutti Carlo Group) ziet de EMO als kans om Europese productie weer op de kaart te zetten. Zijn boodschap sluit aan bij de oproep tot herindustrialisatie die ook in Brussel steeds vaker klinkt.

Economisch gezien klinkt er voorzichtig optimisme. Jeremy Leonard (Oxford Economics) wijst op dalende inflatie en rente, die de vraag stimuleren en groei vanaf 2026 mogelijk maken. Toch blijft onzekerheid over handelsbeperkingen een reële factor.

Rode draden en lessen voor de Benelux

Uit Innovation Stage en Economic Forum komen drie duidelijke ontwikkelingen naar voren:

1. Technologische integratie is cruciaal. AI, digitalisering en automatisering moeten samen een ecosysteem vormen, geen losse projecten.

2. Klantverwachtingen veranderen. Van medtech tot luchtvaart: precisie, flexibiliteit en duurzaamheid zijn de norm. Machinebouwers die dat niet bieden, raken achterop.

3. Optimisme gecombineerd met realisme. De economie biedt kansen, maar geopolitieke en maatschappelijke risico’s blijven.

Voor de Benelux-maakindustrie betekent dit dat bedrijven zich sterker moeten profileren als partners in innovatie. Alleen machines leveren is niet genoeg: klanten verwachten oplossingen, data-integratie en lifecycle support. Tegelijkertijd ligt er een kans om met hoogwaardige kennis, pragmatiek en sterke netwerken een sleutelrol te spelen in Europese herindustrialisatie.

AI verandert de maakindustrie niet geleidelijk, maar fundamenteel. Van zelflerende machines en voorspellend onderhoud tot strategische keuzes in de boardroom: de impact is overal voelbaar. EMO Hannover 2025 laat zien dat de discussie niet meer gaat over óf AI komt, maar hoe het wordt ingezet.

Zoals Glauner het formuleert: “Hoe kunnen we de nieuwste AI-technologieën winstgevend gebruiken, zonder de maatschappelijke acceptatie te verliezen?” Het antwoord op die vraag bepaalt niet alleen de koers van afzonderlijke bedrijven, maar van de industrie als geheel. Voor de Benelux geldt hetzelfde: wie nu investeert in data, samenwerking en strategisch gebruik van AI, legt de basis voor een toekomst waarin de maakindustrie niet alleen slimmer, maar ook sterker wordt.

Deel dit artikel

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief van TechniShow met al het nieuws uit de productietechnologie!
Aanmelden