Is er nog plek voor conventionele draai- en freesbanken? Zeker wel, weten Rien Schook en Michel Buis van Schinfa Machinerevisie in Emmeloord. De twee reviseren oude kwaliteitsmachines. Onlangs gingen ze viral op LinkedIn, met een foto van een oude Weiler. “Tot mei 2025 zitten we propvol met werk.”
Rien Schook en Michel Buis van Schinfa Machinerevisie hadden niet verwacht dat er zo veel reacties op een post op LinkedIn zouden komen. Normaal krijgen ze een reactie of vijftig, maar op het bericht van Buis over een Weiler die ze aan het opkalefateren waren, stond de reactieteller op het moment van schrijven op drieduizend. “Na 60 jaar trouwe dienst, wat doe je dan met een machine … afscheid van nemen of revisie? Onze klant koos voor het laatste. En dat is precies wat we met alle liefde doen, de complete machine reviseren! Geheel gedemonteerd, alles gereinigd, geborsteld en gepolijst, bed plus support geslepen, lagers vervangen en geheel weer opgebouwd met nieuwe bouten en alles uitgelijnd, en om het af te maken een mooie nieuwe laklaag”, schreef Buis.
Schook: “De revisie is voor ons niet bijzonder. Het is een machine die we tussendoor doen. Wel leuk dat er zo massaal wordt gereageerd. We denken dat het komt door de kleur.”
Buis: “Op een blauwe machine krijgen we gemiddeld dertig reacties.”
Schook: “Deze was groen. De klant wilde hem in blauwgrijs.”
Leven lang mee
Bij Schinfa (afkorting van Schook Instrumenten Fabriek) voeren ze als een van de weinigen in Nederland nog machinerevisies uit: ze maken oude draai- en freesbanken als nieuw. “Vroeger waren er meer revisiebedrijven zoals wij”, zegt Schook. “Nu is iedereen ermee gestopt en kunnen wij er nog steeds een boterham mee verdienen. Tot mei 2025 zitten we propvol met werk.”
Niet elke machine is nog goed genoeg om gereviseerd te worden, maar voor kwaliteitsmerken als Schaublin, AI Hembrug en Weiler is altijd een tweede leven mogelijk. Buis: “Het kost wel veel tijd en dus geld om te reviseren. Een machine reviseren is vier weken full-time werk. Maar een Schaublin kost minimaal 60.000 euro en dat loopt op tot een ton. Een oude Schaublin reviseren is dan zeker rendabel.”
Oude machines zijn volgens het duo gebouwd met de gedachte dat ze een leven lang mee gaan. Tegenwoordig lijken draai- en freesmachine vooral gebaseerd op de financiële levensduur. Na vijf jaar zijn de kosten eruit en is de machine eigenlijk op. Elk jaar dat je extra pakt, is winst. Daarbij vormen printplaten een uitdaging. Bij de conventionele apparaten die ze bij Schinfa aanpakken is de elektrische huishouding minimaal: vaak zitten er origineel maar twee kabels in de machine. Dat zijn de aan/uit-schakelaar naar de elektromotor en naar de koelwaterpomp. Vandaag de dag komt er een noodstop en een schakelaar van de veiligheidskap bij.
Schook: “De conventionele machines die wij repareren zijn dood staal. Ze zijn helemaal uitgewerkt. Tegenwoordig wordt een machine gegoten en ‘chemisch verouderd’. Dat is op zich prima, maar er zit nog steeds spanning in het staal. En die spanning komt eruit. Dan merkt een klant dat de machine krom is, terwijl er niets vreemds mee is gebeurd. Een gereviseerde machine is helemaal uitgewerkt. Dood, noemen we dat. Als je dat als basis hebt, zet je hem zo weer voor twintig jaar in de productie.”
Praktisch
Er is nog genoeg markt voor conventionele machines, weten de twee. Ondanks dat in de jaren negentig iedereen al tegen ze zei dat er geen toekomst in reviseren zou zitten. Buis: “Vergis je niet in de schoonheid en de gebruiksvriendelijkheid van de conventionele machines. Er is over nagedacht vanuit de gebruiker. Iemand staat achter de machine en moet hem kunnen bedienen. Bij een CNC-bank is het onmogelijk om goed op je product te kunnen kijken.”
En het is soms praktischer om een conventionele machine aan te slingeren, vervolgt Buis. “Een glijlagerbusje van brons? Die heb ik sneller conventioneel gedraaid dan op een CNC-bank. Die moet ik programmeren. Kijk, als je tien stuks moet draaien, is een CNC-bank sneller. Toch heb ik meer voldoening achter een conventionele bank. Dan maak je het toch zelf.”
De combinatie van CNC en conventioneel is goud waard, beamen de twee. Schook: “Een klant van ons werkte samen met Defensie. Daar leverde hij prima computergestuurde freesbanken aan. Toch kwam de chef werkplaats van Defensie bij ons langs. Er was een moderne machine afgeleverd die supernauwkeurig was. Binnen een week belde hij dat hij ontevreden was. De machine die hij had, kon maar tot op een honderdste tolerantie, zo was de machine afgesteld. Hij wilde plus of min een duizendste tolerantie. Hij had een AI Hembrug die was versleten. De CNC-machine die hij kreeg was niet stabiel genoeg. Dus hebben we zijn oude ‘AI’ gereviseerd. Die doet het nog steeds.”
Houding
Beschikken conventionele machines wel over alle veiligheidskeurmerken? Het is een vraag die Schook en Buis geregeld krijgen. Hoewel de machines daar zeker over beschikken, zijn de twee erg kritisch op sommige eisen. Buis: “Een veiligheidskap zou moeten beschermen. Maar wat doet een veiligheidskap eigenlijk echt? Hij zorgt ervoor dat bijvoorbeeld een klauwplaatsleutel niet in de machine blijft zitten. Maar mensen beschermen doet zo’n kap niet; hij heeft voor de mens geen meerwaarde. Die kapjes zijn schijnveiligheid en werken denk ik zelfs averechts. Een bank is ontwikkeld op een bepaalde houding. De ervaring is dat je dankzij die kappen een andere houding aanneemt. Je gaat scheef staan en dat levert lichamelijke klachten op. Is dat beter?
Schook: “Daarbij hoeft een gebruikte machine niet te voldoen aan nieuwe CE-eisen. We reviseren de machine, we veranderen hem niet. De machines die bij ons weggaan, voldoen volledig aan de veiligheidseisen. Dat moet en daar zorgen we voor.”
Nostalgie
De vader van Rien Schook is in 1976 begonnen met Schinfa, toen nog als draaier/frezer. De eerste nieuwe machine die hij kocht, was een Weiler. Het bedrijf floreerde en had op een gegeven moment 23 mensen in dienst. Als 13-jarige werkte kleine Rien op de Weiler. Toen het bedrijf afslankte, moest ook de Weiler eruit. “Dat was met pijn in zijn hart”, weet Schook nog.
Onlangs kwam er een Weiler, met hetzelfde serienummer, terug op de markt. Buis: “Meteen gekocht. En nu werken we elke donderdagmiddag aan deze Weiler.”
Schook: “Het is gewoon leuk om te hebben. Nee, deze machine gaan we niet verkopen. Die heeft mijn vader ooit gekocht en ik heb erop leren draaien.”
Is het alleen sentimenteel gedrag van de twee liefhebbers?
Schook: “Dit jaar is het dertig jaar geleden dat Schinfa Machinerevisie werd opgericht. Eerst was ik samen met senior, sinds 1999 zet ik het bedrijf alleen voort. Het is een jubileumjaar. En hoe mooi is het dat we straks, als die bank klaar is, er een foto van maken met senior en junior erbij.”
Buis: “Toevallig heb ik het aankoopbewijs van de machine van je vader weer gevonden.”
Schook: “Echt waar? Dat is wel heel mooi.”
Aanstaande woensdag 16 oktober vindt de Dag van de Oppervlaktetechnologie plaats in de Duurzaamheidsfabriek in Dordrecht. Dit evenement staat volledig …
In een tijd waarin technologische ontwikkelingen en economische uitdagingen elkaar in hoog tempo opvolgen, wordt de rol van goed opgeleide …
De Duitse industriële productie steeg in augustus met 2,9 procent. Dit onverwachte herstel volgt op een periode van krimp en …
Electrotool is een hernieuwde samenwerking aangegaan met Cosen Saws uit Taiwan. Voor Noordwest-Europa zullen de Cosen bandzaagmachines op voorraad worden …