Na jaren van schokken – van pandemie tot energiecrisis en van personeelstekorten tot protectionisme – lijkt de Nederlandse maakindustrie in 2025 voorzichtig op adem te komen. Maar de ademruimte is krap, en de tegenwinden blijven stevig. In recente rapporten schetsen de drie grote banken – ING, Rabobank en ABN AMRO – een genuanceerd beeld van een sector die zich staande probeert te houden tussen geopolitieke stormen, haperende toeleveringsketens en een steeds nijpender tekort aan mensen.
Waar ING hoop put uit het groeiende belang van technologie en defensie-uitgaven, hamert Rabobank op het structurele productiviteitsverlies in de industrie. ABN AMRO wijst vooral op de ontwrichtende kracht van het protectionistische beleid van president Trump, dat de internationale handelsstromen fundamenteel aan het herschikken is. Toch klinken er ook kansen, juist voor Europa.
Volgens ING krabbelde de technologische industrie in 2024 nog uit een diepe dip. Een productiedaling van 5 procent sloeg vooral toe in de automotive-sector, waar het stopzetten van de Nedcar-fabriek en de kwakkelende Duitse autoproductie de hele keten onderuit trokken. Maar in 2025 gloort er herstel.
“De binnenlandse vraag trekt aan door hogere koopkracht en dalende rente”, schrijft ING-econoom Edse Dantuma. Daarnaast krijgt de sector een impuls door de groeiende vraag naar chipmachines, elektrische componenten en bouwproducten. Ook de stijgende defensie-uitgaven, onder meer voor marineschepen en radarapparatuur, geven een duw in de rug.
ING signaleert dat het vooral de hightechsegmenten zijn – zoals de productie van halfgeleiders, batterijen en turbines – die veerkracht tonen. Fabrikanten van machines en elektronische apparatuur profiteren van digitalisering, de energietransitie en de opmars van AI. “Maar de groei is grillig verdeeld”, aldus ING. Vrachtwagenbouwers, machineproducenten en metaalverwerkers blijven het moeilijk houden door tegenvallende investeringen en internationale overcapaciteit.
Ook de rol van China blijft belangrijk in dit verhaal. Waar in eerdere jaren de halfgeleidermarkt te maken had met overcapaciteit, ziet ING nu een voorzichtige opleving. Grote chipfabrikanten zoals TSMC en ASML trekken de investeringen weer op, en Europa hoopt via zijn strategische industriepolitiek een grotere rol te spelen in deze keten. Dat biedt kansen voor Nederlandse toeleveranciers in de hightech maakindustrie.
Daarnaast wijst ING op de rol van verduurzaming als structurele groeimotor. De behoefte aan energie-efficiënte installaties, slimme productiesystemen en circulaire materialen groeit. Met name bedrijven die actief zijn in klimaattechnologie, elektrische aandrijvingen en precisietechniek profiteren van subsidies en regelgeving die investeringen in groene technologie aanmoedigen. Ook de exportkansen nemen toe, aangezien Europese standaarden steeds vaker als wereldwijde norm worden overgenomen.
Geopolitiek
Waar ING voorzichtig optimistisch is, laat Rabobank een kritischer geluid horen. In haar sectorprognose van maart 2025 benoemt de bank drie hoofdbrekens: geopolitiek, personeelstekort en structurele productiviteitsdaling. Het conflict tussen de VS en China, opgepookt door Trumps importheffingen, raakt de Nederlandse industrie indirect maar krachtig. Extra invoerheffingen op staal, aluminium en Europese auto’s ondermijnen de export en drukken de marges in metaal- en chemiebedrijven.
Tegelijkertijd blijft het personeelstekort de grootste rem op groei. Volgens Rabobank had begin 2025 nog altijd 36 procent van de industriële bedrijven moeite om vacatures te vervullen. Illustratief is de situatie bij VDL Nedcar: een jaar na de massaontslagen heeft bijna al het personeel weer werk. Ook voormalige Blokker-medewerkers vonden snel een nieuwe baan.
Het tekort aan technisch geschoold personeel remt de productiegroei van maakbedrijven. Dit geldt niet alleen voor assemblage en productie, maar ook voor specialistisch onderhoud, machinebouw en technische dienstverlening. Bovendien moeten bedrijven concurreren met andere sectoren, zoals de bouw en de IT, die eveneens vechten om schaarse vakmensen.
Rabobank wijst daarnaast op een sluipend probleem: dalende arbeidsproductiviteit. Die daalde in 2024 opnieuw met 0,2 procent, na een krimp van 1,3 procent in het jaar daarvoor. De oorzaak ligt deels in de verschuiving van werkgelegenheid van hoogproductieve naar laagproductieve sectoren, maar ook in de toegenomen complexiteit van productieprocessen en het verlies aan ervaring op de werkvloer. Deze trend ondermijnt op termijn de internationale concurrentiekracht van de industrie.
Volgens de bank is digitalisering in combinatie met gerichte scholing essentieel om deze neerwaartse trend te keren. Bedrijven die investeren in procesoptimalisatie, robotisering en datagedreven onderhoud boeken al lichte productiviteitswinsten. Toch blijft het tempo van adoptie traag, mede door een gebrek aan tijd, kennis en financiering. Rabobank pleit daarom voor intensievere samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid.
Trump
Van de drie banken is ABN AMRO het meest uitgesproken over de geopolitieke impact op de maakindustrie. In haar analyse van april 2025 stelt de bank dat Trumps nieuwe handelsbeleid – met (ten tijde van publicatie van het rapport) invoerheffingen tot 145 procent op Chinese producten – mogelijk ontwrichtender is dan de coronapandemie.
Volgens sectoreconoom Albert Jan Swart zijn de gevolgen structureel. Door de torenhoge tarieven vermijden Amerikaanse inkopers plotseling Chinese producten, wat leidt tot schokgolven in de wereldwijde productie- en logistieke ketens. Amerikaanse bedrijven zoals Howmet, toeleverancier van Boeing en Airbus, kunnen hun beloften niet meer nakomen vanwege de exploderende importkosten. Ook Europese bedrijven met toeleveranciers in China voelen de impact.
Toch ziet ABN AMRO ook kansen voor Europese maakbedrijven. Als zij Chinese onderdelen kunnen verwerken tot eindproducten en die vervolgens exporteren naar de VS, profiteren ze mogelijk van het lagere importtarief voor EU-goederen. Dit vraagt wel om een slimme herpositionering binnen de keten, iets dat niet alle bedrijven kunnen of willen.
Op de korte termijn is het effect van de handelsoorlog negatief: investeringen stokken, orders worden uitgesteld, en de vraag naar industriële machines en materialen daalt. Maar op langere termijn biedt de herschikking van ketens ook kansen voor Nederland, zeker als de export naar Duitsland aantrekt. Swart: “Zelfs als Trump over vier jaar plaatsmaakt, zal de argwaan richting China niet verdwijnen. Dit is een structurele koerswijziging”.
Daarnaast wijst ABN AMRO op het belang van strategische diversificatie. Europese bedrijven moeten minder afhankelijk worden van enkel China of de VS, en meer inzetten op regionale hubs in Oost-Europa, Zuid-Amerika of Zuidoost-Azië. Dat vergt een heroverweging van logistieke modellen, leveranciersrelaties en handelsroutes. Maar het kan op termijn leiden tot stabielere ketens en betere risicospreiding.
Kwetsbaarheid
Hoewel de drie banken verschillende accenten leggen, tekenen zich enkele duidelijke lijnen af. Allereerst de afhankelijkheid van internationale ketens. Of het nu om chips, staal of auto-onderdelen gaat: verstoringen elders in de wereld vertalen zich razendsnel naar stilstand op Nederlandse werkvloeren. Daarnaast klinkt er zorg over het structurele karakter van sommige problemen. De dalende arbeidsproductiviteit – deels door sectorverschuivingen, deels door krapte – is een sluipende ondermijning van de concurrentiekracht. Zelfs als de vraag aantrekt, blijft de vraag of de industrie voldoende wendbaar is.
Ten slotte is er het geopolitieke risico. Wat ooit begon als tijdelijke heffingen of een ‘America First’-retoriek, is inmiddels realiteit. Zowel Rabobank als ABN AMRO onderstreept dat de combinatie van handelsoorlogen, onzekerheid over regelgeving, en schaarste aan grondstoffen een structureel nieuw speelveld markeert. De traditionele vanzelfsprekendheid van open markten en vrij verkeer van goederen is verdwenen.
Tegelijkertijd groeit het besef dat Europa, en dus ook Nederland, een eigen koers moet varen. Inzetten op strategische autonomie, investeren in energiezekerheid en herindustrialisatie zijn geen ideologische begrippen meer, maar beleidsmatige noodzaak. Dit opent perspectieven voor de maakindustrie, mits bedrijven zich weten aan te passen aan deze nieuwe realiteit.
Winnaar
Wat kunnen bedrijven hiermee? De oproep van de banken is eensgezind: investeer in weerbaarheid. Dat betekent enerzijds versnellen van automatisering, digitalisering en verduurzaming, om personeelstekort en energie-afhankelijkheid te verlichten. Anderzijds vereist het geopolitiek strategisch inzicht: hoe positioneer je jezelf in een wereld waarin productstromen veranderen, politieke risico’s realiteit zijn, en vriend en vijand binnen maanden kunnen wisselen?
Ook samenwerking binnen waardeketens wordt belangrijker. Bedrijven die grip hebben op hun leveranciers en klanten kunnen sneller reageren op verstoringen en profiteren van schaalvoordelen. Daarnaast wordt investeringsbereidheid een onderscheidende factor. Wie blijft investeren in innovatie, personeel en productiekracht vergroot de kans om als winnaar uit deze transitie te komen.
Tot slot is het van belang dat overheden en brancheorganisaties niet aan de zijlijn blijven staan. De maakindustrie is geen vanzelfsprekend fundament van de economie; hij moet actief worden ondersteund met gerichte subsidies, fiscale stimulansen en ruimtelijk beleid. Zonder visie en regie dreigt Nederland zijn industriële slagkracht op termijn te verliezen.
De industrie herstelt zich, maar doet dat op eigen kracht: niet dankzij, maar ondanks de omstandigheden. Zoals ING het samenvat: “De technologische industrie is bij uitstek een sector met toekomstpotentie. Maar wel één die zich telkens moet aanpassen aan veranderende spelregels.”
Of, zoals Rabobank het stelt: “De ademruimte is er, maar de tijd dringt.”
Medio juni opende WILVO officieel haar nieuwe locatie aan de Industrieweg in Bergeijk. De site speelt een cruciale rol in …
Andra Tech Group heeft per 2 juli 2025 de aandelen overgenomen van RJ Lasertechnik GmbH, gevestigd in Übach-Palenberg (Duitsland). RJ …
Europa dreigt een historische kans te missen. Terwijl landen als de VS en China fors investeren in additive manufacturing (AM) …
Alleen als er meer wordt samengewerkt en de digitalisering omarmd wordt blijven we wereldwijd concurrerend in een snel veranderend maaklandschap. …