Omringd door banieren met beeltenissen van historische Nederlandse wetenschappers praat Henny Spaan, oprichter en eigenaar van IBS Precision Engineering, vol enthousiasme over precisietechniek. Een kleine kwart eeuw geleden bedacht hij de Precisiebeurs, die er beter voor staat dan ooit. Een gesprek over AI, samenwerken, kennismigranten. En enthousiasme. “ Precisiemannen zijn altijd op zoek naar de volgende stap”.
“Trots”, zegt Henny Spaan, oprichter en eigenaar van IBS Precision Engineering in Eindhoven. Hij is de aartsvader van de Precisiebeurs. Hij belde 23 edities geleden bij Mikrocentrum aan of er geen ruimte was voor een beurs waar precisietechniek centraal staat. Natuurlijk, was het antwoord, maar hij moest zelf wel een aantal exposanten ‘ronselen’. Heidenhain stapte in, toen volgde zeven andere sponsoren en de Precisiebeurs was een feit. “Ik ben dus trots”, zegt hij nog een keer. “Bij ons bedrijf zijn we netwerkgedreven en ik vind het dus belangrijk dat er dit soort netwerkevenementen zijn.”
Naast zijn werk bij IBS Precision Engineering is hij ook voorzitter van de de zogenoemde EMINT Management Board van de VDMA, waarbij EMINT staat voor Electronics, Micro and New Energy Production Technologies. En onlangs ontving Spaan de prestigieuze Martin van den Brink Award, een prijs die uitmuntende bijdragen in de hightech-productie-industrie erkent. De prijs werd voor het eerst ingesteld in 2012. Spaan is de vierde persoon die deze bijzondere onderscheiding ontvangt.
Wat is nu de trend op het gebied van precisietechniek?
“De toename in complexiteit. Wat ik overal zie opkomen, is 3D-printen. De complexiteit van producten die je kan realiseren is zo veel hoger. Daardoor is het een stuk kostengunstiger. Natuurlijk zit de nauwkeurigheid die de precisietechnici nastreven er nog niet in. Dat betekent dat we moeten nabewerken. Kijk, precisietechniek is niet het maken van spiegeltjes of zo. Precisietechniek is vooral het integreren van systemen en die systemen worden alsmaar complexer. Vroeger had je een mechatronicateam van drie man. Nu bestaat zo’n team uit vijftien mensen: een accoustiek-expert, een dynamica-expert, een thermodynamica-expert. Er komt warmte vrij, dus ook een flow-expert. Door de groei van de complexiteit ben je gedwongen om meer samen te doen. 3D-printen past hier prima in, als onderdeel van het geheel. Je kan het namelijk niet meer alleen.”
Hoe ver gaat dat, zo’n samenwerking?
“Het is de nieuwe realiteit. In 1993 begonnen we met ons bedrijf en sommige klanten, vooral in de automobielindustrie, waren star. Een aanbesteding was helemaal dichtgetimmerd, wel 50 pagina’s met eisen en specificaties. Drie bedrijven mochten aanbieden en de goedkoopste kreeg de klus. Dat kan echt niet meer. Met de huidige complexe machines, moet je een bijbel aan specificaties schrijven, dat is ondoenlijk. Dus moet het een samenspel zijn. Samenwerken. Want je kan het niet alleen.”
De toegenomen complexiteit vereist ook meer kennis. Is die kennis er?
“Er is heel veel kennis. En dat moet ook blijven groeien, want als je geen kennis opbouwt, dan krijg je als onderneming problemen. Je bent dan voor de huidige markt te beperkt. Je ziet ook dat technische bedrijven steeds meer echte engineers aantrekken. Dat moet ook wel. Kijk naar een moderne 5-asser. Dat is helemaal niet zo makkelijk te programmeren, daar het je goede vaklui voor nodig. En materiaalkennis. Je werkt vaker met exotischere metalen. Dat vereist kennis van de machine, het product en het proces.”
Hoe is het niveau van onze maakindustrie, bijvoorbeeld vergeleken met onze oosterburen?
“De Duitsers zijn heel goed in incrementele optimalisatie. Dus met kleine stapjes maken ze hun product steeds beter en efficiënter. Het resultaat is de Deutsche Grundlichkeit. Daarom kopen we ook graag Duitse producten. Maar er zijn verstoringen van de markt, bijvoorbeeld door een complexere productmix, kleinere seriegroottes en energievraagstukken. Dan heb je improvisatietalent nodig en dat zit minder in de Duitse cultuur. En missen ze de innovatieslag.”
Het gezegde is: ‘als Duitsland niest, is Nederland verkouden’. Niest Duitsland al?
“Ja. Al een hele tijd. En dat zien we ook in Nederland terug. Er is een aantal maakbedrijven die terugloopt in de omzet. Waar precies is lastig te zeggen, maar het ligt voor de hand om dan te kijken naar de conventionelere bedrijven, die hun processen nog niet hebben aangepast.”
Ook ASML is even verkouden. Al eerder heb je aangegeven dat Nederland zich minder moet focussen op de semicon. Waar liggen dan wel de kansen?
“Je ziet de groei van lithografie, bijvoorbeeld in opto-mechatronische systemen en de medische technologie. Maar ook in de textielwereld. De kansen liggen op de plekken waar je twee takken van sport met elkaar kan combineren. Dat je buiten de gangbare toepassingen kijkt. Een voorbeeld? We zijn bezig met de ontwikkelingen rond satellieten. Daar staat veel te gebeuren. Satellieten worden optisch gekoppeld voor een betere bandbreedte. Dat wordt een miljardenmarkt, die ook kansen biedt voor toeleveranciers.”
En AI? Is dat een kans?
“Het is een hype, maar niet onwaar. AI in semicom-applicaties gaat een grote rol spelen. Machines lopen tegen hun grenzen aan. Dat kan je op de klassieke manier oplossen, door onderzoek te doen met instituten en modellen. Dat kost vier jaar tijd. AI-modellen profiteren van de flexibiliteit van neurale netwerken. Maar wel binnen een physics-guided neural network. Dat combineert traditionele neurale netwerken met bekende natuurkundige wetten om nauwkeurigere en fysisch realistische voorspellingen te doen. Hierdoor kunnen dit soort netwerken met minder data betere resultaten leveren en blijven hun voorspellingen consistent met de natuurkundige principes. Ik geloof namelijk niet in een soort black box. We maken machines, maar de machines moeten wel veilig zijn. Dus maken we een fysiek model met een AI-model er overheen met een limiet.”
Gaan we dat ook zien op de Precisiebeurs?
“We gaan verder met neurale netwerken en dat laten we weer zien op de beurs. We laten de slimme volgende stap in precisietechniek zien. Precisiemannen zijn altijd op zoek naar de volgende stap.”
En wat is de toekomst van de Precisiebeurs zelf?
“De beurs wordt breder. En daar hoop ik ook op, mits het voor mensen in de precisietechnologie blijft. Wat ik mis is de internationale bezoeker. Onlangs was ik in Triest, voor de Big Science Business Forum. Daar was heel Europa bezig. Die diversiteit zou ik graag willen zien op de Precisiebeurs. Onze economie heeft de wereld nodig.”
Kennismigranten?
“Zeker. Ik ben een van de jongeren tussen de oude bokken in deze sector. Die vijftigers en zestigers vloeien af. Met die uittocht verdwijnt enorm veel kennis. Hoe los je dat op? Kennismigranten. Nederland moet de keuze voor kennismigranten maken. We hebben zelf gewoon te weinig gekwalificeerde mensen beschikbaar. En als we onze kennis verliezen, verliezen we onze industrie.”
Dus ook investeren in onderwijs?
“In de jaren tachtig was er het IOP Precisie-programma. Dat is een groot succes geworden voor Nederland. Het heeft vijftien jaar later internationale Nederlandse toppers opgeleverd, die wereldwijd op de belangrijke plekken zijn gekomen. De bottom-line is: blijf investeren in kennis, op welk niveau dan ook. En zorg er voor dat je enthousiaste mensen hebt. Dat is creatieve energie.”
Met de Kontec KSX-E introduceert Schunk de eerste 100 procent elektrisch aangedreven 5-assige klem met traploos programmeerbare klemslag – nog …
Lantek, een wereldwijde leverancier van softwareoplossingen voor plaatbewerking, bouwt haar samenwerking uit met Euromac, gespecialiseerd in kantpersen, ponsmachines en gecombineerde …
De Nederlandse Metaal Dagen, gepland op 21, 22 en 23 mei in de Brabanthallen in ’s-Hertogenbosch, gaan niet door. Door …
Vakmanschap versterkt door slimme automatisering en digitalisering. Dat stond centraal tijdens de zeventiende TechDemoweek, waarbij Cellro, Bendertechniek, Dormer Pramet, Mitutoyo …