13 mei 2022 - 5 min leestijd

Kansen voor circulaire economie in maakindustrie groot, maar kennis daarover nog (te) klein

Van metaalbedrijven en robotbouwers tot de automotive-industrie: in alle sectoren liggen er volop kansen voor de circulaire economie. De kunst is deze boodschap bij bedrijven, consumenten en overheden tussen de oren te krijgen. Dit en meer werd duidelijk tijdens de rondetafelbijeenkomst ‘Innovatie voor een circulaire hightech maakindustrie’, georganiseerd door Holland High Tech en de Kennis- en Innovatie Agenda Circulaire Economie (KIA-CE). 

De bijeenkomst leverde waardevolle ideeën op voor uitwerking van de KIA-CE innovatieprogramma’s. Bedrijven kunnen vanaf de zomer financiering aanvragen voor gezamenlijk onderzoek en experimentele ontwikkeling, van zowel producten, processen als diensten.

Upcycling met schroot uit de afvalverbranding, machines die gerepareerd worden, en refurbishment van zonnepanelen. Om ons heen zijn volop voorbeelden van circulaire oplossingen te vinden. Maar willen we de tussendoelstelling van het kabinet voor 2030 – halvering van de hoeveelheid primaire abiotische grondstoffen – halen, dan moet er nog een tandje bij, zo benadrukte Jacqueline Vaessen, boegbeeld van de Topsector Chemie, in haar introductie. Ze is ook voorzitter van het Missieteam Circulaire Economie en geeft daarmee mede richting aan de KIA-CE.

Raakvlakken

Volgens Vaessen loont het voor bedrijven om te investeren in hergebruik van materialen en grondstoffen. “Dat kan tot wel een factor vier schelen in reductie van CO2-uitstoot,” aldus de chemisch technologe. Er zijn volgens haar in de transitie naar een circulaire economie veel raakvlakken tussen sectoren. Hier wordt in de praktijk echter nog weinig mee gedaan. 

Jacquelien Scherpen, Captain of Science in het topteam van Holland High Tech en hoogleraar systeem- en regeltechniek aan de Rijksuniversiteit Groningen, benadrukte in haar verhaal dat de maakindustrie van oudsher een circulair karakter heeft. Denk bijvoorbeeld aan de moeite die fabrikanten doen om de levensduur van machines en andere kapitaalgoederen te verlengen. “Innovaties, bijvoorbeeld in digitale technologie en verdienmodellen, versterken dit circulaire karakter.”

Het is een van de redenen waarom de Nederlandse overheid in 2019 heeft besloten missiegedreven innovatiebeleid op te zetten. De KIA CE maakt hier deel van uit. “We willen de ontwikkeling van kennis en innovatie voor een circulaire economie aanjagen en in een stroomversnelling brengen. Hiertoe verbinden we kennisinstellingen, bedrijven en overheden uit verschillende sectoren met elkaar in onderzoeks- en innovatieprojecten,” zei Navied Tavakolly, een van de drie programmamanagers bij KIA-CE, tegen de ruim 50 deelnemers in de zaal. “Het is nu tijd om een concrete invulling te geven aan de agenda die we hebben opgesteld, en daar kunnen we jullie ideeën goed bij gebruiken.”

Circulair ontwerp stimuleren

Ideeën genoeg, getuige de geanimeerde discussies aan de vier thematafels. Zo bespraken deelnemers bij Circulair Ontwerp vraagstukken rond de beschikbaarheid van materialen, leverzekerheid en het vervangen van kritieke materialen. “Een belangrijke kennisvraag is hoe we bedrijven kunnen stimuleren om tot circulair ontwerp te komen, zonder dat dit top-down, vanuit de overheid, opgelegd hoeft te worden,” zo vatte tafelvoorzitter Marieke Huis in ‘t Veld, programmamanager bij de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij, de gesprekken samen.

Daarbij is het cruciaal dat designers meer kennis krijgen over circulair ontwerp. Welke componenten en materialen zitten er in de producten waarmee ze werken? Hoe hoog scoren die op circulariteit? En welke alternatieven zijn er? “Een label of keurmerk kan houvast bieden,” aldus de tafelvoorzitter. Om zo’n keurmerk te ontwikkelen moeten er wel internationaal afspraken komen over wat circulariteit precies inhoudt en hoe je het meet.

Integreren in waardeketen

Circulariteit moet een integraal onderdeel worden van de waardeketen, zo kwam tijdens de gesprekken aan de thematafel Retour en hergebruik naar voren. “Als we circulariteit blijven zien als iets dat je los van de waardeketen moet organiseren, dan werkt het niet. Je moet het een plek geven in business-modellen en al in het beginstadium nadenken over hoe spullen retour komen, standaardisatie, service en management,” benadrukte tafelvoorzitter Jeanette Levels, partner bij advies- en ingenieursbureau LBP / SIGHT.

Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Van heel veel spullen weten we immers niet waar ze vandaan komen, wat er precies in zit en waar ze naartoe gaan. “Hoe bepaal je dan de restwaarde? En hoe koppel je die vervolgens aan een verdienmodel,” aldus Levels.

(Rest)waarde duiden


Diezelfde vraag kwam op tafel bij het onderdeel Business-modellen en organisatie. “De (rest)waarde van producten en materialen formuleren in termen van geld, milieuwinst, sociale impact en andere circulaire voordelen is belangrijk als je bedrijven wilt stimuleren om verder te kijken dan enkel het financiële vraagstuk,” aldus tafelvoorzitter Rien van Leeuwen, innovatiebegeleider bij Ruysdael. “Daarnaast is er behoefte aan een soort van tussenruimte van nieuwe normen en samenwerkingen, waarin risicovolle circulaire innovaties een kans krijgen,” illustreerde hij. 

Toegevoegde waarde voor fabrikant en afnemer creëren is cruciaal, zo kwam uit de gesprekken aan de thematafel CESI Circular Economy – Smart Industry naar voren. “De vraag is wat we hiervoor het beste kunnen doen,” aldus tafelvoorzitter Ton Bastein, specialist grondstoffen en circulaire economie bij TNO. “Hoe verdien je geld met bewustwording, bijvoorbeeld van de voordelen van circulariteit voor iemands bedrijfsvoering? De business-to-business markt kan hierbij nog veel leren van de business-to-consumer markt.”

Data interpreteren

Met de opkomst van digitale technologie krijgen we steeds meer data tot onze beschikking. Maar dat wil niet meteen zeggen dat iedereen ze begrijpt of er de waarde van inziet, benadrukte Bastein. “Hoe zorgen we ervoor dat ketenpartijen met verschillende achtergronden data op dezelfde manier interpreteren?”

Er zijn al met al nog wel wat vragen te beantwoorden op weg naar een circulaire economie. “Vooral als het gaat om het meekrijgen van bedrijven, consumenten en overheden in de transitie, een thema dat centraal staat in onze drie Meerjarige Missiegedreven Innovatieprogramma’s,” merkte Tavakolly op. Daarmee ligt nog veel winst in het verschiet. Want zoals een van de deelnemers opmerkte: “Zodra mensen beseffen dat iets wat kapot is gegaan geen afval is maar een grondstof voor iets anders, gaat het ineens een stuk beter met inzamelen.”

Deel dit artikel

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief van TechniShow met al het nieuws uit de productietechnologie!
Aanmelden