31 maart 2022 - 7 min leestijd

Maakindustrie staat voor grote circulaire uitdagingen

Maakbedrijven gaan steeds meer circulair te werk. Toch neemt het totale materiaalgebruik van de maakindustrie niet af. Circulaire innovaties zijn vaak complex en kostbaar, terwijl afnemers vaak nauwelijks extra geld voor (meer) circulaire producten over hebben. Er zijn kansen op circulaire versnelling, maar die vereisen strategische keuzes en concrete stappen richting waardebehoud.

Om echt werk te maken van circulariteit is het voor maakbedrijven zaak strategische keuzes te maken en waardebehoud van producten een centrale rol in het bedrijfsmodel te geven. Een andere kijk op de aangeboden waardepropositie, oftewel het pakket aan ‘voordelen’ dat een bedrijf zijn klanten biedt, kan zowel de waardecreatie van de producent als het waardebehoud van zijn product -en daarmee de ‘circulariteit’ – sterk vergroten. Een verschuiving in focus van maximale productverkoop naar duurzame klantoplossingen, en van productiegericht werken naar meer dienstverlenend werken, kan veel opleveren. Niet alleen circulariteit, maar ook omzet, klantrelatie en kasstroom zijn erbij gebaat. Daarnaast is het zaak om meer laagdrempelige stappen te zetten en via circulaire ontwerpstrategieën waardeverlies van producten al in de ontwerpfase aan te pakken. Dat is de conclusie van een publicatie over circulariteit in de maakindustrie, van ING. 

Grondstofprijzen

De circulaire prestaties van Nederlandse maakbedrijven steken gunstig af bij die van Europese sectorgenoten. De hoeveelheid in het productieproces geproduceerd afval is internationaal gezien klein en de inzet van hergebruikte materialen groot. Stijgende grondstofprijzen, toeleveringsproblemen en toenemende schaarste maken hergebruik van materialen extra lonend. Toch stagneert de vooruitgang in afvalreductie en recycling. Hoewel per gemaakt product steeds minder materiaal nodig is (de ‘materiaalproductiviteit’ neemt toe), is het totale materiaalgebruik van de Nederlandse maakindustrie in absolute zin nog niet afgenomen. Om meer circulair te werk te gaan, zijn grotere stappen vereist. Efficiënt materiaalgebruik gaat verder dan recycling en begint al bij het productontwerp.

Ook al loopt het materiaalgebruik van maakbedrijven nog altijd op, veel industriële innovaties dragen wel degelijk bij aan de materiaalproductiviteit door via efficiënter gebruik meer toegevoegde waarde met dezelfde hoeveelheid materiaal te creëren. Zo beschrijft TNO behalve innovaties als een meer op dienstverlening gebaseerd businessmodel en geavanceerdere onderhoudsactiviteiten, dat diverse productiemethoden de circulariteit al geruime tijd bevorderen. Bijvoorbeeld grondstofbesparende productietechnologie, refurbishment (herstel van een oud product tot een up-to-date product) en remanufacturing van kapitaalgoederen (gebruik van delen van een afgedankt product in een nieuw product met dezelfde functie).

Decennia

Markten voor meer circulaire producten komen veelal niet spontaan tot stand. De negatieve externe effecten van winning en verwerking van grondstoffen, zoals milieu-, natuur- en klimaatschade, komen nog onvoldoende in de prijzen van lineaire producten en diensten tot uiting. Zolang dat het geval is, zal een meer circulair product veelal een relatief dure optie zijn. De totstandkoming van markten voor meer circulaire producten worden zowel door aanbod- als vraagfactoren belemmerd.

Het zetten van circulaire stappen zorgt veelal voor hogere bedrijfskosten, als gevolg van hoge transactiekosten. Er zijn hogere kosten door het opsporen van herbruikbare goederen, het vinden van geschikte partners, het organiseren van retourlogistiek om hergebruik mogelijk te maken, en

het onderhandelen over de voorwaarden van de samenwerking. First movers hebben bovendien te maken met relatief kleine inkoophoeveelheden en ontwikkelkosten. Ze moeten concurreren met niet-circulaire bedrijven die decennia de tijd hebben gehad om hun lineaire productieprocessen te optimaliseren.

Daarnaast zijn er hoge operationele kosten, door de uitbreiding van het productieproces met hergebruik. Het daadwerkelijke verzamelen en uitsorteren van herbruikbare producten, onderdelen en materialen brengt kosten met zich mee. Het internationale karakter van waardeketens maakt het bovendien vaak moeilijk en duurder om de herkomst en fabricagemethode van producten te achterhalen.

Tot slot vereisen circulaire strategieën nog veelal intensieve samenwerking tussen partijen die hun nek durven uit te steken. Naast de vaak hogere kosten vormen koudwatervrees, een gebrek aan kennis en vaardigheden, en tekortschietende coördinatie in de productie- of waardeketen vaak een te grote barrière voor de ontwikkeling van meer circulaire producten.

Scepsis

De prijs is voor veel consumenten een doorslaggevende factor bij aankopen. Volgens eerder onderzoek van ING verkiest bijvoorbeeld 54% van de consumenten nog steeds goedkope, kort meegaande kleding, voedsel of elektronische apparaten boven duurdere, duurzamere varianten. Dit resulteert in prijsdruk voor producenten. ACM-onderzoek laat zien dat de consument duurzame producten en productieprocessen weliswaar belangrijk vindt, maar er slechts beperkt geld voor over heeft. Wel lijkt het circulaire bewustzijn onder consumenten te groeien en zijn er aanwijzingen dat steeds meer consumenten bereid zijn iets meer te betalen voor duurzame producten. Complicerende factor is dat verschillen in duurzaamheid tussen producten niet altijd duidelijk of betrouwbaar zijn. Bovendien bestaat er veel scepsis over duurzaamheidsclaims van bedrijven, ook omdat de duurzaamheid soms moeilijk is te controleren, bijvoorbeeld in het geval van wereldwijde logistieke toeleveringsketens.

Bruikbaar

Maakbedrijven die echt werk maken van circulariteit maken waardebehoud tot een speerpunt en richten hun activiteiten zo in dat zij stapsgewijs meer circulair worden. De productlevenscyclus begint met het stapsgewijs opbouwen van waarde, door zo te ontwerpen en te produceren dat uit de combinatie van losse materialen een waardevol product ontstaat. Wanneer deze ‘waardeheuvel’ eenmaal is beklommen, begint het productgebruik, waarna in een lineaire economie na een relatief korte levensduur de productwaarde snel bergafwaarts gaat en het product relatief snel als afval wordt behandeld. Bij circulaire innovaties staat waardebehoud juist centraal. Door hier al bij het productontwerp op te focussen, kan het beste worden voorkomen dat productwaarde onnodig verloren gaat. Daarnaast kan met het oprekken van de gebruiksfase waardevernietiging zo lang mogelijk worden uitgesteld en waardecreatie door optimaal gebruik zo groot mogelijk worden gemaakt. Wanneer het product niet meer (in zijn geheel) bruikbaar is, kan via verschillende circulaire ingrepen de waarde ervan weer worden vergroot. Daarbij is hergebruik zonder verdere aanpassing het meest circulair, omdat er in dat geval geen of nauwelijks extra productiehandelingen of materialen nodig zijn. Om waardebehoud te vergroten, is het zaak om uit te zoeken welk waardeverlies er bij productie, tijdens het productgebruik en na het productgebruik optreedt.

Een circulair productontwerp richt zich op bedrijfsactiviteiten in de ontwerp-, productie- en distributiefase van een product. Er zijn verschillende circulaire ontwerpstrategieën mogelijk:

1. Ontwerp voor producthechting en vertrouwen

2. Ontwerp voor productduurzaamheid

3. Ontwerp voor standaardisatie en compatibiliteit

4. Ontwerp voor onderhoudsgemak en reparatie

5. Ontwerp voor upgrading

6. Ontwerp voor demontage en hermontage

Retourlogistiek

Kansen zijn er bij het optimaliseren van het productgebruik. Drie circulaire businessmodellen helpen daarbij:

1. Levensduurverlenging bij producten: het onderhouden, repareren, moderniseren en hergebruiken van producten of componenten.

2. Deelplatformen: het faciliteren van intensiever productgebruik via een bemiddelingsplatform.

3. ‘Product as a Service’ (PaaS): het bieden van producttoegang in plaats van -eigendom, door huur, lease of pay-per-use-arrangement.

4. Laat na einde levensduur zo min mogelijk waarde verloren gaan.

Een meer circulaire manier van produceren bereik je alleen door samen met partners op te trekken. Denk aan toeleveranciers, afnemers en ondersteunende netwerkpartners zoals recyclingbedrijven en financiers. Om hernieuwbare, afbreekbare of herbruikbare grondstoffen en materialen in te kopen of via retourlogistiek gebruikte materialen terug te halen voor hergebruik, kan een maakbedrijf niet zonder partners. Ook het invoeren van materialenpaspoorten met informatie over de eigenschappen van producten en systemen om hergebruik te vergemakkelijken, moet bijvoorbeeld binnen een netwerk van partijen op een eenduidige manier worden vormgegeven. Samenwerking blijkt een onmisbaar element bij alle circulaire innovaties.

ING-rapport

Dit artikel is gebaseerd op het tweede deel van een aantal publicaties van ING over circulariteit in de maakindustrie. Dat rapport is geschreven door Edse Dantuma, met medewerking van Gert Jan Braam (ING Sector Banking), Joost van Dun (ING Sustainable Finance) en Maurice van Sante (ING Research). Het volledige rapport is te downloaden op https://www.ing.nl/zakelijk/kennis-over-de-economie/uw-sector/industrie/maakindustrie-staat-voor-grote-circulaire-uitdagingen.html

Deel dit artikel

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief van TechniShow met al het nieuws uit de productietechnologie!
Aanmelden