Terugval Duitse metaalvormtechnieksector gestopt

De terugval in de Duitse metaalvormtechnieksector is voorlopig gestopt. Dat meldt VDW, de Duitse brancheorganisatie voor metaalbewerking. De metaalvormtechnologie is goed voor ongeveer 30 procent van de productie van werktuigmachines en is dus kleiner dan de verspanende sector. 

Vormtechnische machines omvatten persen, buigmachines, ponsmachines evenals draadbewerkings- en verwerkingsmachines. In de vorm van perstechniek wordt het toegepast bij grotere en duurzamere projecten binnen bijvoorbeeld de auto-industrie. Apparatuur voor buigen en ponsen daarentegen wordt gebruikt door een breed scala aan klanten voor plaatbewerking.

“Het vormen van technologieprojectactiviteiten is vaak in staat geweest om neerwaartse trends in de verspaning tegen te gaan en zo de industrie als geheel op koers te houden”, aldus Dr. Wilfried Schäfer, uitvoerend directeur van de VDW (Duitse Vereniging van Werktuigmachines), Frankfurt am Main .

Voor het eerst sinds de herfst van 2018 zag het begin van het jaar een sterkere stijging van 29 procent in bestellingen voor Duitse fabrikanten voor vormtechnologie. “Dit wekt de hoop op een einde aan de recessie”, zei Schäfer. De bestellingen die de sector in heel 2020 ontving, waren echter 29 procent lager dan het jaar ervoor. De bestellingen uit Duitsland daalden met 20 procent. Buitenlandse bestellingen daalden met een derde.

“Vormtechnologie presteerde vorig jaar op een vergelijkbaar niveau als de industrie als geheel”, zei Schäfer over het resultaat. “Het is niet alleen getroffen door de terughoudendheid van de auto-industrie om te investeren, maar ook door de crisis in de luchtvaart en de over het algemeen lage investeringsniveaus als gevolg van de coronapandemie. Ondanks een daling van twintig procent, hielden de binnenlandse bestellingen het nog steeds beter stand dan die van de gereedschapswerktuigindustrie als geheel, met een daling van 35 procent ”, voegde hij eraan toe. Dit was met name het geval in het vierde kwartaal, toen de plaatbewerking herstelde.

In 2020 produceerde de vormtechnieksector machines ter waarde van 2,2 miljard euro. Dit betekende een daling van 29 procent. Ongeveer 57 procent van de productie wordt geëxporteerd. De export zelf is vorig jaar met 27 procent gedaald. De belangrijkste afzetregio, goed voor bijna de helft van alle omzet, is Europa, gevolgd door Azië met 30 procent en Amerika met 20 procent. Veruit de grootste individuele afzetmarkten zijn China en de VS. In de top 20 van markten waren de enige twee die vorig jaar stijgingen lieten zien het VK met een kleine stijging van 2 procent en Canada met een dubbelcijferige stijging van 73 procent.

Prognoses

De binnenlandse consumptie, verkoop en invoer daalden met ongeveer 30 procent. De lijst met topleveranciers gaf een gevarieerd beeld. De vijf belangrijkste importeurs – Zwitserland, Italië, Oostenrijk, China en Frankrijk – boekten dalingen met dubbele cijfers, terwijl Nederland, Zweden, Brazilië en Portugal – die allemaal tot de top 20 van leveranciers behoren – substantiële winsten boekten. De bezettingsgraad bedroeg in 2020 gemiddeld 73 procent, tegen 82 procent het jaar ervoor. Begin 2021 herstelde het zich echter licht, namelijk 78 procent.

Internationaal vergeleken neemt de Duitse metaalvormtechnieksector een vergelijkbare positie in als die van de gereedschapswerktuigindustrie als geheel: in 2019 pakte Duitsland de gouden medaille voor export en zilver voor productie en consumptie, in de laatste twee gevallen achter China. In totaal boekten beide landen verliezen, hoewel China meer het rood in ging. Desalniettemin is de voorsprong van de Chinese productie en consumptie zo duidelijk dat zelfs verliezen met dubbele cijfers zijn positie niet in gevaar kunnen brengen.

“De prognoses van dit jaar voor het vormen van technologie weerspiegelen die van de industrie als geheel”, zei Wilfried Schäfer. In 2021 verwacht de VDW dat de productie in de werktuigmachine-industrie met 6 procent zal groeien tot circa 12,6 miljard euro. De prognose wordt ondersteund door het verbeterde sentiment in de economie op basis van de ifo Business Climate and Purchase Managers Index PMI, de grote opgehoopte vraag naar investeringen wereldwijd en, last but not least, de Chinese grootmacht. China heeft de pandemie overwonnen en verwacht dit jaar een economische groei van 8,1 procent. “Onze verwachtingen voor de productie zijn echter hoogst onzeker, afhankelijk van hoe de pandemie zich ontwikkelt”, concludeerde Schäfer.