17 november 2022 - 5 min leestijd

Tweedekamerlid Mustafa Amhaouch (CDA): “Het is tijd voor nieuwe industriepolitiek”

We zijn als Nederland en Europa te afhankelijk van andere landen, vindt Tweedekamerlid Mustafa Amhaouch (CDA). Het is volgens hem tijd voor een nieuwe industriepolitiek. “Een die uitgaat van maatschappelijke waarden en publieke belangen. Een die gericht is op een goed investerings- en innovatieklimaat én op strategische autonomie. Een die de randvoorwaarden schept voor de volgende generatie maakbedrijven en een sterk economisch Nederland.”

CDA’er Amhaouch constateert dat ‘Industriepolitiek’ de laatste decennia een vies woord was in de politiek. “Het geloof in de open economie was eindeloos en het ging Nederland economisch goed . Sindsdien is er veel veranderd. Na Brexit, America First en de Chinese Nieuwe zijderoute, zagen we tijdens corona wat er gebeurt als de internationale logistiek stil komt te liggen.”

Daarom presenteert Tweede Kamerlid Mustafa Amhaouch een plan voor de maakindustrie met concrete voorstellen voor het herwaarderen en verbeteren van de positie van de maakindustrie in Nederland. De komende maanden gaat hij naar de Nederlandse maakinbedrijven toe om met ondernemers en werknemers in gesprek te gaan over het plan. 

Amhaouch: “In 1983 ging scheepsbouwbedrijf Rijn-Schelde-Verolme (RSV) failliet, ondanks forse financiële steun van de overheid. Het faillissement en de parlementaire enquête ernaar in 1984 betekenden het einde van de actieve industriepolitiek die Nederland sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog, in jaren van wederopbouw en economische crises, voerde. De overheid ging zich terughoudend opstellen en liet – geheel in de geest van de liberale wind die door Europa waaide – de vrije markt zoveel mogelijk haar werk doen. In de decennia daarna bleef ‘industriepolitiek’ voor Nederlandse kabinetten een vies woord, dat werd geassocieerd met protectionisme of ‘ons terugtrekken achter de dijken’. Het zou niet passen bij een open economie als die van Nederland en botsen met de afspraken voor een Europese interne markt.

“Economisch ging het ons land voor de wind en we wisten ons beschermd door bondgenootschappen in de Europese Unie, de NAVO en de VN. Er was dus weinig reden om het neoliberale beleid ter discussie te stellen of voor nieuwe industriepolitiek te pleiten. Die naïviteit is ons duur komen te staan, want anno 2022 is de wereld ingrijpend veranderd. We komen uit een pandemie, er woedt oorlog aan de randen van Europa, Brexit is een feit en de rivaliteit tussen de Verenigde Staten (‘America First’) en China (‘Made in China’) blijft onverminderd hoog. Kortom, de geopolitieke panelen in de wereld zijn aan het verschuiven. En Nederland verschuift mee. Onze manier van leven wordt steeds moeilijker te beschermen in een wereld waarin landen zoals China het voor het zeggen hebben. Technologische dominantie van één land kan leiden tot een overmatige afhankelijkheid van anderen. 

“Dat raakt ook ons bedrijfsleven, van MKB tot multinational, dat in dit veranderende internationale speelveld overeind moet zien te blijven. Ondernemers, met name in de maakindustrie, zien zich geconfronteerd met oneerlijke concurrentie uit lagelonenlanden, kampen met een tekort aan grondstoffen en aan personeel, worden gedwongen productie uit Nederland te verplaatsen of moeten wegens een gebrek aan investerings- en innovatiemogelijkheden hun bedrijf laten overnemen door buitenlandse partijen. Soms zijn dit relatief anonieme bedrijven, maar soms gaat het om door buitenlandse staten gefinancierde bedrijven met strategische belangen. 

“Onze samenleving vraagt om een beschermende overheid ten aanzien van de sleuteltechnologieën die de samenleving nodig heeft. Nederland is een aanjager in de maakindustrie in onder andere energie, voedsel, water, halfgeleiders, medicijnen en zorg gerelateerde sectoren. Het zijn deze producten waarvoor gerichte industriepolitiek noodzakelijk is. In het licht van deze (inter)nationale ontwikkelingen moet Nederland een stap harder zetten. We zijn een klein land met een groot buitenland. Dit dwingt ons slimmer en innovatiever te zijn dan landen die het van vele handen of diepe zakken moeten hebben. Daarnaast is het belangrijk om ook de banen van de toekomst hier te houden, juist en vooral in een veranderende geopolitieke wereld. Nederland moet dus weer industriepolitiek durven voeren. Op Europees niveau lijken de geesten hier al rijp voor. Met de zogenaamde ‘Important Projects of Common European Interest’ (IPCEIs) maakt de EU het lidstaten mogelijk om financieel bij te dragen aan projecten die ten goede komen aan de grote maatschappelijke uitdagingen. Denk aan de klimaattransitie, digitalisering of aan strategische autonomie, dat wil zeggen een verminderde afhankelijkheid van niet-EU-landen. Nederland neemt tot dusver aan drie van deze IPCEI’s deel: de IPCEI Micro-elektronica 2 (ME2), de IPCEI Waterstof en de IPCEI Cloudinfrastructuur en Diensten (CIS).

“Deelname aan deze IPCEI-projecten is belangrijk en verstandig, maar niet genoeg. Industriepolitiek behelst namelijk juist meer dan het geven van staatssteun. Een effectief topsectorenbeleid zet in op het aanjagen van onderzoek en innovatie, het opleiden en vasthouden van de juiste mensen, het in staat stellen van jonge bedrijven om (door) te groeien, het ontsluiten en beter bereikbaar maken van regio’s, het beschermen van (top)sectoren tegen overnames die vanuit veiligheids- of strategisch oogpunt ongewenst zijn en het samenbrengen van kennis, geld en grote en kleine bedrijven. Al deze zaken zijn van primair belang voor het verder versterken van het hele Europese ecosysteem. Deze notitie is een pleidooi voor zulke industriepolitiek, voor een regionale industriepolitiek die waarden gedreven is en in dienst staat van de samenleving. Gericht op een goed vestigingsklimaat en op strategische autonomie. Om de juiste randvoorwaarden te creëren voor een volgende generatie maakbedrijven, de ASML’s, Damens, Philipsen en VDL’s van de toekomst. En niet te vergeten hun essentiële toeleveranciers in het MKB. Deze (familie)bedrijven, groot en klein, maken Nederland tot belangrijke speler op dit wereldtoneel.”

Deel dit artikel

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief van TechniShow met al het nieuws uit de productietechnologie!
Aanmelden