12 augustus 2022 - 5 min leestijd

FPT-VIMAG-voorzitter Gaalman: “Bedrijven willen toch alle innovaties tonen op TechniShow”

Het gaat goed met de Nederlandse maakindustrie. Er heeft een flinke inhaalslag plaatsgevonden, na corona. Probleem is nog wel dat door corona en de oorlog in Oekraïne de leveranciersketens zijn onderbroken. Een nieuwe machine heeft vandaag de dag een levertijd tot een jaar. Ook zijn er flinke personeelstekorten. Allemaal uitdagingen, merkt FPT-VIMAG-voorzitter André Gaalman. Deze onderwerpen zullen tijdens TechniShow 2022 op de beursvloer ongetwijfeld worden besproken. Maar het belangrijkste blijven volgens Gaalman toch innovaties en menselijk contact. 

In 2018 vond voor de laatste keer TechniShow plaats. André Gaalman – naast voorzitter van FPT-VIMAG directeur van Leering Hengelo – verheugt zich erop om de hele sector weer te mogen ontvangen. ‘Zijn’ brancheorganisatie is immers eigenaar van de grootste technische vakbeurs van de Benelux. Waar hij naar uitkijkt? “Ik denk dat deze TechniShow veel innovaties zal laten zien. Sinds 2018 was er geen beurs en alle innovaties die in de tussentijd zijn gerealiseerd, willen bedrijven toch tonen aan het publiek.”

Het wordt wel een kleinere beurs. Hoe erg is dat?

“Misschien wordt het wat minder druk dan andere edities van TechniShow. We zitten in de staart van de vakanties in Nederland. Maar dat neemt niet weg dat ik denk dat we een goed niveau van bezoekers gaan krijgen. Bezoekers die zich oriënteren op nieuwe investeringen. Die willen weten wat de markt biedt, anders kom je ook niet naar Jaarbeurs. Je wilt noviteiten zoeken, praten met experts, contacten opdoen met nieuwe leveranciers en relaties met bestaande leveranciers warm houden. En het is natuurlijk ook gewoon een goede sfeer.”

Wat verwacht je vooral te zien?

“We hebben met zijn allen te maken met automatisering. De meeste bedrijven moeten gewoon man-armer gaan produceren. Het is heel moeilijk om aan goede mensen te komen, dus ga je kijken hoe je met robots of machines bepaalde automatiseringsstappen kan gaan maken. Uiteindelijk wil je het zo krijgen, dat je je mensen het intelligente werk kan laten doen; hetzij het programmeren van de robots, of het bedenken van slimme modellen, zodat een fabriek veel efficiënter gaat draaien en we ook wereldwijd concurrerend blijven. Vroeg of laat heb je automatisering nodig. En daarom wil ik graag iedereen uitnodigen om naar TechniShow te komen en te kijken wat er allemaal is op het gebied van automatisering en processen.” 

Automatiseren is al decennia een hot item. Wat is er anders?

“Een van de uitdagingen waar bedrijven nu mee te maken hebben, is om de koppeling te maken van het puur automatiseren van een machine naar het automatiseren van een productieproces. En dat ook nog eens te integreren met het eigen ERP-pakket, zodat je data-uitwisselingen kan gaan krijgen tussen je machines, maar ook met je leveranciers. Grote bedrijven zijn hier al heel actief mee. Die hebben de mensen ervoor, en de middelen. Maar uiteindelijk zal ook het mkb hierin meegaan. Je bent als bedrijf namelijk geen eiland, maar een onderdeel van een grotere keten.”

Hoe werkt dat in de praktijk?

“Ik kan vanuit mijn eigen bedrijf Leering Hengelo spreken. Wij kijken met onze klanten naar onze machines. We willen weten wat zij verwachten van onze machines en hoe ze die willen gaan integreren in hun productieproces. Zo kunnen wij daar weer op inspelen als bedrijf. Je klanten zijn ook je partners. Mijn ervaring is dat het beter is om niet alleen naar prijs te kijken, maar ook voor vastere relaties te gaan.”

Zijn er nog meer uitdagingen voor de Nederlandse productietechnologie?

“Een van de uitdagingen waar we nu voor staan is onze CO2-footprint. Er gaat steeds meer gekeken worden naar de producten die we leveren: wat is de CO2-belasting die dat product met zich meebrengt? En hoe ga je met je product om aan het einde van de levenscyclus? Kan je het bijvoorbeeld compleet recyclen of moeten er ook delen worden vernietigd? Levensduur wordt een issue. We kennen producten uit bijvoorbeeld China waarbij je merkt dat de levensduur beperkter is dan van machines uit de Nederlandse maakindustrie. Dat kan echt niet meer. Dat is een kans voor onze sector: kwaliteit leveren met een lange levensduur en zorgen dat het product ook tijdens de levensduur goed geserviced kan worden. En uiteindelijk ook gerecycled.”

Meer circulariteit?

“Wil je echt tot de winnaars van de toekomst gaan behoren als maakbedrijf, dan zal er een cultuurverandering nodig zijn. En die cultuurverandering begint echt bij het management van de bedrijven. Het management moet heel duidelijk de visie hebben. Waar gaat de maakindustrie naartoe? Wat betekent dat voor mijn bedrijf en hoe ga ik daar op inspelen? En kijk als management naar het team dat je in je bedrijf hebt. Wat voor een opleidingen hebben je mensen nodig om klaar te zijn voor de toekomst? Dat is inderdaad een uitdaging, maar wel een noodzakelijke stap op het gebied van innovatie.”

Moet je blijven innoveren om te overleven?

“Ja. Bij veel bedrijven zijn mensen nu volledig aan het werk in operationele processen. Snap ik, want het is heel druk. Die druk zal een keer afnemen en dan komt er ook wat lucht in de werkzaamheden binnen je bedrijf. Die ruimte kan je gebruiken om te innoveren. Maar denk nu alvast na, zodat je op het moment dat je ruimte hebt om te innoveren ook ideeën hebt voor vernieuwing. Welke machines ga je ontwikkelen als je het wat rustiger hebt? Bij ons noemen we dit de ‘eigen projecten’. Klanten hebben voorrang, een order is een order. Maar de eigen projecten zijn net zo belangrijk.”

Deel dit artikel

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief van TechniShow met al het nieuws uit de productietechnologie!
Aanmelden