Nederlandse productiesector noteert toename in inkoop, orders en werkgelegenheid

De Nederlandse productiesector heeft in juli voor het eerst in drie jaar een groei in inkoopactiviteiten genoteerd. Daarnaast is de productie verder gegroeid, zijn er meer mensen aangenomen, en zijn de verwachtingen voor de toekomst iets positiever dan voorheen. Een en ander blijkt uit de nieuwste Nevi PMI-data.

De Nevi PMI-inkoopmanagersindex is een indicator voor de status van de productiesector, gebaseerd op onder andere orderintake, productieomvang, levertijd en werkgelegenheid. De data ervoor worden geleverd door een panel van inkoopmanagers van uiteenlopende bedrijven uit de industrie. In de maand juli kwam de indicator uit op 51,9 – een toename met 0,7 punt ten opzichte van juni, en de hoogste waarde sinds ruim een jaar. Een waarde boven de 50 duidt op groei in de sector.
Volgens kennisnetwerk Nevi weerspiegelt het juli-cijfer groei in de order-intake en voorraad, en een toename in het aantal banen in de industrie. Die ontwikkeling in het aantal orders is daarbij met name een gevolg van verkoop naar het buitenland. De groei van de productieomvang en het aantal nieuwe orders vond met name plaats in de subsectoren halffabricaten en investeringsgoederen. Producenten van consumptiegoederen maakten juist melding van dalingen.

Ook de verwachtingen van bedrijven met betrekking tot de groei in het komende jaar zijn in juli licht naar boven bijgesteld. Bedrijven blijven hopen op een verbetering van de marktomstandigheden, het aantrekken van nieuwe klanten, en een verdere toename van de buitenlandse vraag. Verder worden groeiambities en de marktintroductie van nieuwe producten als redenen voor vertrouwen genoemd. Het ondernemersvertrouwen kwam grotendeels overeen met het langetermijngemiddelde, waarbij het aandeel optimisten (43%) het aandeel pessimisten (8%) ruim overtrof.

Toename inkoopactiviteiten

In juli nam de vraag naar materialen toe en werden inkoopactiviteiten voor het eerst in drie jaar uitgebreid. Deze stijging was volgens de panelleden het gevolg van zowel de huidige productievereisten, als een noodzaak om de voorraden te vergroten met het oog op het grotere aantal verwachte nieuwe orders. Als gevolg hiervan groeiden ook de materiaalvoorraden, na een aanhoudende periode van dalingen sinds begin 2023. Tegelijkertijd liepen levertijden in juli opnieuw op, met meldingen van voorraadtekorten, vertraagde leveringen en verstoringen bij leveranciers.
Door hogere grondstofprijzen zijn de inkoopkosten voor Nederlandse fabrikanten in juli verder gestegen, blijkt verder uit commentaren van de Nevi PMI-panelleden. Ze zijn de afgelopen maand ook doorberekend, wat heeft geleid tot hogere verkoopprijzen. Zowel de inkoop- als verkoopprijsinflatie was hoger dan in juni – al zijn beide nog steeds historisch laag.

Amerikaanse invoerheffingen

Dat de Nevi Inkoopmanagersindex voor juli verder is gestegen, lijkt volgens Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie bij ABN AMRO, op doorgroei van bedrijvigheid te duiden. “De stijging ervan zet zich al een aantal maanden voort, mogelijk dankzij herstel van de chipmarkt. Wel noteert de index nog iets lager dan het langjarig gemiddelde. En of het herstel doorzet, valt te bezien. De komende maanden moeten uitwijzen of de Europese export naar de VS verder onder druk komt.” Daarmee verwijst Swart naar onlangs vastgestelde invoerheffingen voor verschillende productgroepen. “Op staal en aluminium rekenen de VS sinds begin juni een invoerheffing van 50 procent. Dit tarief wordt gehandhaafd, wat de Europese staalindustrie een knauw kan geven. Voor de Nederlandse industrie is het in ieder geval geruststellend dat de handelsspanningen niet verder zijn geëscaleerd en de Europese Commissie niet terugslaat met invoerheffingen op Amerikaanse producten.”