29 augustus 2025 - 3 min leestijd

Voorzichtig herstel in de industrie: producentenvertrouwen verbetert terwijl afzetprijzen voor machinebouw stabiel blijven

In augustus 2025 draaide het producentenvertrouwen in de Nederlandse industrie de neerwaartse trend deels terug: van -4,9 in juli naar -2,2 in augustus. Tegelijkertijd blijken de afzetprijzen in de machinebouwsector vrijwel onveranderd ten opzichte van een jaar geleden, met een stijging van slechts 1,3 % in juli. Deze – ogenschijnlijk – een-op-een tegengestelde signalen impliceren een voorzichtige, genuanceerde opleving in de productie-industrie, met specifieke implicaties voor de machinebouw.

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verbeterde het producentenvertrouwen in de industrie aanzienlijk: van -4,9 in juli naar -2,2 in augustus. Dit herstel situeert zich nog wel onder het twintigjaarsgemiddelde van -1,3, en ver verwijderd van de piek van +10,4 in oktober 2021.

De drie deelindicatoren leveren verduidelijking. De verwachte bedrijvigheid stijgt van +4,0 naar +6,1 – een positief signaal dat de productie in de komende maanden wordt opgekrikt. Het oordeel over voorraden gereed product neemt af van –7,3 naar –3,8, wat wijst op afnemende voorraaddruk. Het oordeel over orderpositie verbetert licht van –11,4 naar –9,1, maar blijft duidelijk negatief. Op branche-niveau blijft het vertrouwen overwegend negatief, maar met uitzondering van “overige industrie”—waaronder reparatie/installatie van machines—die licht positief uitviel.

Interpretatie voor de machinebouw

De machinebouw valt weliswaar onder de traditionele industrie, maar de verruiming van de “overige industrie” suggereert dat segmenten zoals onderhoud en installatie positiever gestemd zijn. In combinatie met de positieve verwachtingen en kleinere voorraaddruk, duiden de cijfers op een langzaam herstellende vraag—mogelijk vanuit sectorspecifieke investeringen of vervangingsvraag.

Het CBS meldt dat de gemiddelde afzetprijzen in de industrie in juli slechts 0,1 % lager waren dan in juli 2024, na een eerdere daling van 0,3 % in juni. In de specifieke segmenten laten de cijfers het volgende zien:

Machinebouw: +1,3 % ten opzichte van een jaar eerder

Metaalproducten: +1,6 %

Andere sectoren zoals elektro, chemie en aardolie laten dalende of stabiele prijzen zien. Interessant daarbij is de invloed van grondstoffen: de ruwe olieprijs (North Sea Brent) daalde in juli met ruim 23 % ten opzichte van het voorgaande jaar. Toch vertaalt dit lagere inputniveau niet tot lagere machinebouwprijzen—integendeel: een lichte verhoging blijft zichtbaar.

Machinebouwers lijken de prijsdalingen niet integraal door te geven aan de markt. Dit kan wijzen op gestegen kosten elders (arbeid, onderdelen, energie), aangepaste margestrategieën of een verschuiving naar duurdere of meer gespecialiseerde apparatuur. De stabiele tot licht stijgende afzetprijzen zijn een teken van prijszettingskracht of kostendruk in deze branche.

Het producentenvertrouwen laat een kleine, bemoedigende kentering zien, aangedreven door positieve vooruitzichten en verlaagde voorraaddruk. In de machinebouw vertaalt zich dit in stabiele tot licht stijgende afzetprijzen, ondanks sterk dalende inputprijzen zoals olie. Deze paradox—prijsvastheid temidden van dalende grondstofkosten—onderstreept de specialistische marktpositie van machinebouwers en hun strategische veerkracht.

Deel dit artikel

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief van TechniShow met al het nieuws uit de productietechnologie!
Aanmelden