3D-printen wordt breed geaccepteerd als technische standaard voor bedrijven. 79 procent van de bedrijven maakt gebruik van 3D-printen en 58 procent beschikt over eigen 3D-printapparatuur. Dat claimt Reichelt Elektronik in een door hun gefinancierd onderzoek, uitgevoerd door OnePoll. 3D-printen wordt het meest gebruikt voor het ontwikkelen van prototypen. 84 procent van de respondenten gaf aan dat hun bedrijf 3D-printen hiervoor gebruikt. De meerderheid (71%) is tevreden met het gebruik van 3D-printen voor dit doeleinde.
Ook de productie van visuele modellen is erg populair. 84 procent van de ondervraagde bedrijven gebruikt 3D-printen hiervoor. 52 procent is tevreden met de mogelijkheden op dit gebied. Het productieproces wordt door 71 procent van de bedrijven gebruikt om extra onderdelen te maken en de helft heeft geen klachten over deze processen. Daar tegenover staat dat 21 procent van de respondenten nog niet tevreden is met de extra onderdelen die door middel van 3D-printen worden geproduceerd.
De meeste bedrijven (69%) maken gebruik van kunststoffen, zoals ABS, PLA of PETG. Daarnaast zijn composieten ook vrij populair (45%). Het gebruik van metaal als 3D-printmateriaal is kostbaarder, desondanks wordt ook dit materiaal door 39 procent van de ondervraagde bedrijven gebruikt.
Minder bekende opties, zoals printen met keramiek, wax, kunsthars of papier, worden gebruikt door 31 procent. Cement wordt momenteel door 6 procent van de bedrijven als grondstof voor de 3D-printer gebruikt.
Materialen die bedrijven in de toekomst willen gebruiken, zijn onder andere siliconen (FQM), hout of houtachtige materialen, textiel en glas, vuurvaste grondstoffen, koolstof, actieve ingrediënten en supplementaire materialen voor pillen, rubber en voedsel. De vraag naar uiteenlopende materialen wijst erop dat de mogelijkheden van 3D-printen nog lang niet uitgeput zijn. Bedrijven zullen in de toekomst hun eigen producten maken met nieuwe grondstoffen en op basis van de eisen van hun klanten.
Verbetering
Bij de vraag over problemen op het gebied van 3D-printen, gaf 35 procent van de bedrijven aan dat het maken van 3D-prints te veel tijd kost. Nog 30 procent ervaart moeilijkheden met het creëren van de juiste vormen vanwege fouten of omvangbeperkingen en 28 procent heeft problemen met de ontwerpsoftware.
Deze tekortkomingen duiden erop dat de onderliggende computertechnologie en toepassingsopties van 3D-printapparaten nog wat te wensen overlaten. Toch kunnen fouten en onnauwkeurigheden ook andere oorzaken hebben. Zo kan het zijn dat een gebruiker de verkeerde printer of onjuist materiaal gebruikt. Daarnaast kunnen fouten worden gemaakt in het computerontwerp, de printerbediening of software. Hoe meer de technologie zich ontwikkelt en hoe groter de kennis van gebruikers, hoe kleiner de kans op fouten.
Maar liefst 88 procent van de ondervraagde bedrijven is van plan meer te investeren in 3D-printen en het gebruik ervan binnen de organisatie uit te breiden. 40 procent gaf aan dat ze dit vanwege de coronacrisis willen doen omdat ze een kans zien om omzetverlies te compenseren. Bedrijven willen 3D-printen inzetten om kosten te besparen of hun aanbod uit te breiden. De aanschaf van de apparatuur is een investering, maar deze investering kan uiteindelijk een hoge(re) omzet opleveren.
Supplychain
Over het algemeen ziet 79 procent van de bedrijven 3D-printen als een logische manier om vertragingen in de supplychain goed te maken. Deze opvatting wordt versterkt door informatie over de positieve effecten van 3D-printen op de winstgevendheid van de ondervraagde bedrijven. 50 procent van de bedrijven die gebruikmaken van het proces heeft het productaanbod uitgebreid en 49 procent heeft kosten bespaard. Bijna de helft (48%) geeft aan dat 3D-printen de deur heeft opengezet naar nieuwe werkterreinen voor het bedrijf en dat de productiviteit is verhoogd.
Deze cijfers laten zien dat de verwachtingen over de ontwikkelingen van 3D-printen hoog zijn. De overige onderzoeksresultaten bevestigen die verwachting: 38 procent van de deelnemende bedrijven is van plan de komende twaalf maanden in-house productie met behulp van – bijvoorbeeld – 3D-printen te introduceren. Daarnaast is 56 procent overtuigd dat 3D-printen de komende twee jaar een grotere rol gaat spelen in de supplychain. Het is nog even afwachten hoe de technische mogelijkheden en het gebruik van 3D-printen zich gaan ontwikkelen – en of de verwachtingen voor deze technologie worden waargemaakt. Het onderzoek lijkt erop te wijzen dat het een mogelijkheid is.
Het onderzoek richtte zich op werknemers en managers die zich bezighouden met ontwerp, ontwikkeling, productie en technologie en direct betrokken zijn bij technische beslissingen. De bedrijven zijn afkomstig uit de productiesector, de logistiek, de farmaceutische industrie, de energiesector en IT & development.
[beeld: Wiipedia, MakerTobey]
De Nederlandse high techsector, met ASML en Philips als trekkers, blijft in Nederland veruit de grootste private investeerder in R&D. …
De verdere ontwikkeling van een competitieve Europese maakindustrie heeft geld nodig. Net zoals de staatsteun in de Verenigde Staten en …
Cadmes is vanaf heden officieel reseller zijn van SolidCam, een softwarepakket voor geïntegreerde CAM-oplossingen binnen CAD-omgevingen, zoals Solidworks. SolidCam staat …
De Soestse bedrijven Straal Totaal Soest en Midcoat zijn vanaf 27 november 2024 onderdeel zijn geworden van LOA Full Surface …