Er is nog te weinig kennis over CE-markeringen en de machinerichtlijn. En dat is jammer. Veiligheid is niet alleen belangrijk voor machinebouwers en hun klanten. Het is ook steeds vaker een commercieel wapen. “CE wordt bekender en door de eindgebruiker als belangrijker gezien. Daarmee geeft het dus ook een mogelijk concurrentievoordeel.”
“Mijn veiligheidshart sloeg over”, zegt Arie van den Heuvel, machineveiligheidsexpert bij Actemium. En gelukkig is het nu opgelost, maar op dat moment schrok hij hevig. “Ik was bij een klant bezig met een audit en een risico-inventarisatie op het gebied van machineveilheid. De klant zouden retrofitting op een machine doen en pikte het veiligheidsgedeelte goed op. Men was serieus als het om veiligheid ging. De audit verliep goed en ik liep over het bordes en keek de fabriek in. Zie ik zo een operator de onveilige cel in lopen. In mijn hoofd speelden zich allerlei scenario’s af. Ook die met een slechte afloop. En ik bedacht: dit doet zo’n operator niet zomaar. Misschien is het gewoonte, misschien een kwestie van slecht ontwerp.”
De klant schrok ook en samen met Van den Heuvel is het grondig verbeterd. Maar toch. Het is volgens Van den Heuvel een voorbeeld dat machineveiligheid nog niet altijd ingebakken zit. “Er is nog te weinig kennis over machineveiligheid. Toevallig moest ik gisteren een audit doen op een uit Amerika geïmporteerde machine. Binnen de organisatie was er minimale kennis op het gebied van machineveiligheid. Ik ben blij dat ze daarvoor externe expertise aantrekken, maar de eigen organisatie zou ook best wel wat meer mogen weten.”
Politieagent
Het is geen onwil, weet hij. Het is voor een engineer gewoon niet altijd duidelijk wat er van hem gevraagd wordt. “Het gaat vaak om de vraag of het gaat om een substantiële wijziging. Als je de snelheid van de machine wijzigt, een ander product draait op de machine dan waarvoor hij is gemaakt, of de interface of besturing aanpast, dan moet je een machine weer volledig opnieuw toetsen.” De afgelopen jaren hebben Actemium-engineers hiervoor intern trainingen gevolgd. “Het is een aantal handvatten waar je in de praktijk verder mee kunt. Want we weten allemaal: ook als je alles goed doet, kan er altijd wat gebeuren.”
Zou een risico-inventarisatie en -evaluatie samen met de machinerichtlijn-checklist een oplossing kunnen zijn? “Elke machine is anders. En elke fase van de machine is anders. Of het is met de montage van de machine, het ingebruiknemen, het operationeel gebruik, het onderhoud of demontage van de machine. Wij hebben bij een machine een lijst van zestien pagina’s met twintig vragen per pagina. Daar hikken ondernemers tegenaan. Ik begrijp dat, maar ik baal er ook van. Ik ben er namelijk niet om te pesten, maar om te helpen. We proberen efficiënter en veilig te produceren. Dat levert uiteindelijk meer op, want de productie is beter gewaarborgd als je de richtlijnen volgt. Nogmaals: ik ben geen politieagent. Ik kijk niet op de vingers van een operator om hem te veroordelen. Ik sta er om een veilig en optimaal werkende machine te krijgen.”
Klachten
“Het gaat om parate kennis van de machinerichtlijn en de normen”, zegt Marco Snoek. Hij is eigenaar en directeur van safetyconsult.nl, dat is gespecialiseerd in CE en de machinerichtlijn. Hij ziet dat bij opleidingen, zowel bij de mbo’s en roc’s als op het hbo, maar een paar blokuren zijn ingedeeld over machineveiligheid. “Daarin vertelt de docent iets over de machinerichtlijn en -normen, en daarmee houdt het op. Het is de kennis waarmee men het bedrijfsleven ingaat. Dan hoop je maar dat er in het bedrijf waar zo iemand terechtkomt ruimte is om meer over machineveiligheid te leren.”
Maar ook in de praktijk is er te weinig aandacht voor machineveiligheid. Ten eerste wordt het gezien als duur en ingewikkeld. Veiligheidsvoorzieningen maken een machine immers duurder, maar ze zorgen niet voor extra productie. Daarnaast denkt men dat wanneer je oog hebt voor machineveiligheid, dit het ontwikkelproces vertraagt. En dat heeft dan weer te maken met concurrentie op de markt van de machinefabrikanten.
Snoek hoort vaak genoeg klachten vanuit de machinebouwers. “Een machinebouwer of -fabrikant denkt dat wanneer hij zich te veel bezighoudt met machineveiligheid, hij duurder is dan concurrenten uit het buitenland. Ze vragen zich af waarom Nederland het braafste jongetje van de klas moet zijn. Niet terecht. Het is namelijk heel eenvoudig: je bent als fabrikant verplicht de machinerichtlijn te volgen.”
Waar ook een uitdaging ligt, is het toezicht. ‘iSZW’, of de inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, heeft die toezichthoudende rol op fabrikanten. De dienst heeft niet altijd de capaciteit om alle machinefabrikanten te controleren op naleving van de wettelijke eisen, en daardoor mist wellicht een preventieve werking.
Keurmerk
Waar zitten de fouten bij machines? Snoek: “Vaak in de besturing, maar ook bij de afscherming van bijvoorbeeld bewegende delen of de hydrauliek. Let op, daar zitten soms krachten van 300 bar op, dat spuit dwars door iemand heen. Dan denk ik na over al die mensen die elke dag bij zo’n machine staan en te goede trouw hun boterham verdienen. Ik realiseer me daarbij steeds weer dat er elk jaar in Nederland een tiental doden vallen bij ongelukken die gerelateerd zijn aan machineveiligheid. Werknemers worden blootgesteld aan risico’s, terwijl dat helemaal niet nodig is. Ik begrijp dat fabrikanten van machines een economische drive hebben, maar niet dat daardoor veiligheidsfuncties onvoldoende aandacht hebben. Los van het gebrek aan kennis. Bij een CE-sticker denken veel mensen immers dat het een keurmerk is en dat de machine is goedgekeurd. Dat klopt niet, een CE-markering geeft alleen aan dat de fabrikant zelf vindt dat de machine voldoet aan de machinerichtlijn.”
Verder ligt een groot gedeelte van de verantwoordelijkheid bij de gebruiker. Als je een machine koopt, moet je namelijk vanwege de Arbo-wet toetsen of je een veilig apparaat aan je werknemers aanbiedt. “Daar gaat het vaak niet goed. Want als gebruiker van een net aangeschafte machine zie je de CE-markering en ga je ervan uit dat het wel goed zit. Dat lijkt logisch. Maar de werkgever is uiteindelijk verantwoordelijk voor de veiligheid van de werknemer, niet de fabrikant van de machine.”
Het moet beter, vindt Snoek. “Bedrijven en machinebouwers doen er goed aan om zogenoemd functional safety management te organiseren. Dat is een proces binnen de organisatie waarin je beschrijft hoe je als bedrijf zorgt dat machineveiligheid een integraal onderdeel wordt van je bedrijfsproces. Het houdt een stappenplan in, met diverse rollen en protocollen. En het begint met een goede risicobeoordeling. Vaak denkt de engineer tijdens de ontwerpfase na over de veiligheid van de machine, maar dat is iets heel anders dan een veiligheidsbeleid borgen in je bedrijf.”
Onderdeel van een risicobeoordeling is dat je je laat informeren over wat de klant gaat doen met jouw machine: hoeveel ruimte is er, wat gebeurt er op de werkvloer, wat is het beoogd gebruik, staat de machine in een drukke omgeving? Een machinebouwer moet zich ook verdiepen in zijn klant, maar helaas gebeurt dat niet altijd. “Bij grotere ondernemingen zit het vaak wel goed. Zij hebben processen voor het ontwikkelen en leveren van een machine. Maar bij het mkb kan het er nog weleens bij inschieten. Ik begrijp dat wel, want uit zo’n risicobeoordeling kunnen zaken komen waardoor de machine wellicht moet worden aangepast. Dat kost weer geld en zo groot zijn de marges niet. Vaak ontbreekt vanuit de klant ook een pakket van eisen voor de machine. De randvoorwaarden zijn niet altijd duidelijk voor een machinebouwer, en dat leidt tot misverstanden achteraf.”
Kennis is volgens Snoek de oplossing. Een fabrikant moet zich realiseren dat hij een wettelijke verplichting heeft, maar ook de klant moet een duidelijk eisenpakket neerleggen. “De machinerichtlijn schrijft heel duidelijk voor dat je moet zorgen dat je machine intrinsiek veilig is. Zorg daar voor. Natuurlijk is het voor een klant relevant om tegen zo laag mogelijke kosten een zo hoog mogelijke omzet uit de machine te krijgen. Maar er waren in Nederland vorig jaar 4.474 arbeidsgerelateerde ongevallen. Dat zijn 15 ongevallen per dag. In totaal overleden in 2019 69 mensen, waarvan 9 in de industrie. Dat lijkt mij genoeg reden om je aan de regels te houden.”
Roltrap
Remko Roosjen van Maak Advocaten is gespecialiseerd in de machinerichtlijn en het recht. “Het gaat er niet alleen om of de machine goed is. Er moet ook worden gekeken hoe met een machine om wordt gegaan. En wie ermee omgaat. Er is een al wat ouder arrest over een roltrap in een kinderschoenenwinkel. Een roltrap is ook een machine, welbeschouwd. De roltrap was niet alleen bedoeld voor het personeel, maar ook voor de klanten, en dus ook de kinderen. Die kids zien zo’n roltrap vooral als een speeltuig: op en af, en op en af, en op een zeker moment is er een kindje tussen geklemd geraakt. De vraag was of de machine conform de machinerichtlijn werkte. Dat was zo, hij voldeed aan de normen en veiligheidseisen. Met de roltrap als machine was niets mis. Maar op deze plek had je als bedrijf meer rekenschap moeten geven. En dus was de man die de roltrap had neergezet, verantwoordelijk voor de schade.”
Roosjen legt een interessante situatie bloot. Ten eerste moet een machine voldoen aan de richtlijn. Dus moet je nagaan welke geharmoniseerde normen gelden voor je product. Let daarbij op dat wanneer je op juiste normering controleert en er een CE-markering op zet, je zeker moet zijn of je dat zelf mag doen, of dat een deskundige partij (een zogeheten notified body) dit moet doen. Dat is een door een lidstaat aangewezen instantie, gevestigd op het grondgebied van de lidstaat, die de taak heeft de conformiteit van een product met de eisen van de van toepassing zijnde richtlijn te beoordelen. Bij machines is het in bepaalde gevallen noodzakelijk.
De Arbo-kant is het communicerende vat, het tweede element. Dat zegt niets over de kwaliteit van een machine, maar over de aansprakelijkheid in algemene zin. Je kunt aansprakelijk zijn als je een machine die niet voldoet aan de eisen in gebruik neemt of verkoopt.
Rekenschap
Techneuten hebben een heel andere blik op de wereld dan juristen. Een jurist kijkt meer naar alle omstandigheden rond een geval. En als het om machineveiligheid gaat, doet Nederland het niet slecht. “Natuurlijk gaat het wel een keer fout, maar zulke incidenten belanden zelden in een rechtbank. Het gaat vaker om verzekeringswerk. Wat ik vooral mis zie gaan, is dat men niet weet welke rechten en plichten horen bij de pet die je op dat moment draagt. Ben je bijvoorbeeld importeur van machines uit China, dan kun je door de Nederlandse wetgever worden gezien als fabrikant. Het is namelijk niet zo dat je tegen je Chinese leverancier kunt zeggen: ‘wees conform de machinerichtlijn en plak er een CE-markering op’. Als importeur moet je rekenschap geven en word je als fabrikant gezien – inclusief de aansprakelijkheid en risico’s.”
Het is volgens Roosjen ook niet altijd bekend dat wanneer je modificaties aanbrengt op een machine, je soms de machine in zijn geheel als nieuwe machine moet opvoeren voor een CE-markering. Mensen realiseren zich niet dat ze in stijgende mate de aansprakelijkheidsrisico’s naar zich toe trekken.
Een opvallende trend is dat CE-markering steeds vaker als commercieel argument wordt ingezet. “Ik merk dat er onder concurrenten soms discussies ontstaan waarbij de ene partij de andere beticht van het niet goed omgaan met de Machinerichtlijn. De ene partij vindt dat hij daarom schade lijdt. We hebben meerdere procedures lopen met deze insteek. ‘CE’ wordt bekender en door de eindgebruiker als belangrijker gezien, en daarmee is het dus ook een mogelijk concurrentievoordeel.”
Trots
Ook Industrie 4.0 ontsnapt niet aan de Machinerichtlijn. Roosjen ziet de digitalisering van automatisering toenemen en dat software een steeds grotere rol speelt. Wat betekent dit voor de machines? “Aan de ene kant meer efficiëntie, hogere volumes en minder faalkosten omdat je via software slijtage en mankementen kunt opsporen. Aan de andere kant moet je de softwarecontracten goed op orde hebben. Als jouw slimme machine ervoor zorgt dat het ERP-pakket crasht en de productie een dag stil staat, wat dan? Als er ergens een bug zit, wie is dan aansprakelijk, ook qua veiligheid?”
Een machinepark is meer en meer een samenspel tussen de diverse apparaten, systemen en mensen. Dat wordt complexer, en een machinebouwer en machine-eigenaar zijn daar nog niet goed genoeg in. “Ik blijf benadrukken dat wanneer je twee machines aan elkaar koppelt, er een nieuwe machine ontstaat en dat er dus mogelijk consequenties zijn als het gaat om CE-markering. Denk dus na. Als je aan machines gaat sleutelen – ook als het om software gaat – denk dan aan de risico’s. Want het is jouw verantwoordelijkheid. Maar vergeet niet dat er ook kansen zijn. Als jij je zaken op orde hebt, geef dan ook aan dat je het goed doet. Dat kun je commercieel uitbaten. En je mag natuurlijk ook gewoon trots uitstralen. Trots dat je een goede machine levert.”
De Vlaamse werkgeversorganisatie Voka heeft alarm geslagen over wat volgens haar de zwaarste economische crisis in de industrie in vijftien …
De groeiende tekorten aan technische vakmensen in techniek, bouw, mobiliteit en energie bedreigen de vooruitgang op het gebied van maatschappelijke …
De Europese investeringsmaatschappij Apheon heeft een meerderheidsbelang verworven in Hittech Group. Het managementteam en de particuliere aandeelhouders zullen samen met …
De Nederlandse high techsector, met ASML en Philips als trekkers, blijft in Nederland veruit de grootste private investeerder in R&D. …