2 juni 2021 - 9 min leestijd

Staalprijzen door het dak: “Aan het einde van 2019 liep het op alle fronten spaak”

De huidige grondstofprijzen zijn het resultaat van een perfect storm. Protectionisme, corona en de tanende automobielindustrie vormen samen de cocktail voor uitzonderlijke prijzen. Onderliggend zijn er echter fundamentelere uitdagingen. Uiteindelijk zal deze prijs-hausse daardoor aanhouden. “De totale prijs zal op langere termijn nog verder stijgen. Dat is onvermijdelijk.”

In de metaalwereld gaat men uit van een basisprijs. Dat is de prijs van metaal, los van toeslagen op bijvoorbeeld kwaliteit, dikte, breedte, et cetera. Precies een jaar geleden lag die prijs bij plat gewalste staalproducten rond de 400 euro per ton. Inmiddels is dat rond de 1150 tot 1200 euro. Elke vrijdag als Arcelor Mittal de nieuwe prijzen openbaart, houden handelaren hun hart vast. In de afgelopen twaalf maanden kondigde het staalbedrijf regelmatig een prijsverhoging aan, in de afgelopen acht weken zelfs elke vrijdag.

De hoge staalprijzen zijn grotendeels verklaarbaar. Door corona zijn allerlei logistieke lijnen opgedroogd. Daarbij trekt de Chinese economie aan, waardoor de binnenlandse vraag er toeneemt (en er minder geëxporteerd wordt). En omdat er schaarste is, zijn veel bedrijven aan het hamsteren geslagen. De schaarse goederen worden sneller opgekocht, waardoor de prijs-hausse alleen nog maar erger wordt.

Het is het topje van de ijsberg, weet Lex Coenen. Hij is adviseur bij en voormalig eigenaar van NovioStaal. Al jaren geeft hij Staaljournaal uit, waarin hij de laatste ontwikkelingen in de staalwereld duidt. Het probleem ligt dieper volgens hem en hij wijst op de importheffingen richting China van een aantal jaar geleden. “De staalindustrie in Europa had op een gegeven moment last van het staal uit Azië, vooral uit China. Je kan China als een soort wereldwijde kolonisator zien, als het gaat om staalproductie. Van de circa 1,8 miljard ton ruwstaal die wereldwijd jaarlijks wordt gefabriceerd, levert China ongeveer 1 miljard ton. Chinese bedrijven leveren goedkoop staal, want ze hoeven minder rekening te houden met milieuregelingen. Europa wel, dus legde de EU importheffingen op Chinees staal op.” 

Het zou logisch zijn als dankzij die regel de staalprijzen omhoog gingen in Europa. Maar dat gebeurde niet. De reden? Er is in Europa capaciteit om in totaal circa 220 miljoen ton staal te produceren, maar het werkelijke verbruik varieert tussen de 160 en 175 miljoen ton. De vraag is dus niet groter dan het aanbod en de prijzen stegen niet. Daarbij liep de (auto-)industrie niet zo heel goed, wat de vraag naar staal kleiner maakte. 

Veerkrachtiger

“Aan het einde van 2019 liep het op alle fronten spaak”, zegt Coenen. “Natuurlijk door corona. Maar ook namen grote verbruikers als DAF, Volvo en Audi minder materiaal af. De staalproducenten gingen daarom in hun productielijnen snijden. Deels voor groot onderhoud, deels om strategische heroverwegingen. Toen halverwege dat jaar de economie ineens weer bergopwaarts ging – te beginnen in China – moest er snel meer staal worden geproduceerd. De prijs van erts vloog omhoog, maar ook de prijs van schroot, en de prijs voor kolen. Het versterkte elkaar.”

China kon op dat moment minder exporteren, want de binnenlandse vraag was immens. Maar ook eerdere ontwikkelingen in de Verenigde Staten speelden een rol. Trump had al eerder invoerheffingen, niet alleen voor Chinees materiaal, maar ook voor staal uit de EU, opgelegd. Door dat protectionisme kregen de Amerikaanse staalproducenten intern veel minder buitenlandse concurrentie en gooiden ze de prijzen omhoog. 

Terwijl de prijzen stijgen, blijkt de economie veerkrachtiger dan gedacht. Stimuleringsmaatregelen van 750 miljard euro (Europa) en 2.000 miljard dollar (Verenigde Staten) om de gevolgen van corona te beperken, slingerden de economie ook nog eens aan. De vraag (zeker in de automobielsector) herstelde zich. En voor Europa misschien een lastig element: de prijzen in de Verenigde Staten liggen nog beduidend hoger en staalfabrieken leveren liever met de hoogst mogelijke marge. Het vermoeden is er dat de Europese markt eigenlijk slechter bediend wordt dan zou kunnen. 

Stabiel

Coenen vreest dat hij slecht nieuws heeft als het over de toekomstige prijsontwikkeling van staal gaat. “Staal is een milieuvriendelijk product. Het is goed te hergebruiken. Maar de productie van staal is niet milieuvriendelijk. Er komt een ontwikkeling naar Green Steel, dus staal dat op een minder belastende manier is geproduceerd. Als je overschakelt van de huidige traditionele wijze van produceren naar elektrische ovens, moet je investeren. Staal maken op een milieuvriendelijkere manier is de trend, maar het is ook veel duurder. De staalprijzen zullen daardoor nog meer stijgen. Dat lijkt me onvermijdelijk, want ergens moeten de kosten gedekt worden. Helaas geen mooi plaatje, maar wel een realistisch plaatje.”

Op korte termijn (de komende drie/vier maanden) voorziet hij nog wel enige verlichting. De auto- en truckindustrie stagneert momenteel door het gemis aan halfgeleiders. Daarna blijft de situatie wellicht voor langere tijd stabiel, maar wel met een hoger prijspunt. Heeft hij hoop op verbetering? “Het zou mooi zijn als de Verenigde Staten en Europa elkaar vinden als het gaat om hoe met de huidige wederzijdse handelsbeperkingen om te gaan. Zonder dat ze daarmee China in de kaart spelen. Dat is niet alleen vanwege de prijs, maar vooral omdat protectionisme innovatie stopt. Gezonde concurrentie zorgt voor een gezonde markt.”

Stimulering

Hans Hilbrands is ambassadeur van de COPIAM Group (onder andere Reesink Staal bv) en voorzitter van de Koninklijke Staalfederatie, het platform voor handelaren in staal en metaal en haar stakeholders. Hij ziet de krapte op de staalmarkt met lede ogen aan. “Een van onze verkopers kreeg een klant aan de lijn. Die klant zei: ‘je bent de 23e partij die ik bel. Ik kan helemaal geen materiaal meer krijgen’. Het ging om plaatmateriaal in een standaard formaat, niet eens in een lastige maat.”

Hij deelt de mening van Coenen over de oorzaken. Hij probeert oplossingen te vinden, hoe lastig ook. “De schrale troost die een metaalleverancier heeft, is dat niet alleen staal duurder is geworden, maar alles in prijs is gestegen”, zegt hij. “Het probleem speelt over de hele linie en we staan voor dezelfde uitdagingen. Ik denk dat we alternatieven moeten zoeken. Bijvoorbeeld andere hoogwaardigere metaalsoorten. Of andere constructies. Zo kan je in woningbouw denken aan staalframeoplossingen. Maar vooral is de tijd rijp voor duurzame circulaire producten.”

Hilbrands heeft de internationale milieu-doelstellingen voor 2050 voor ogen. Misschien moeten we door deze schaarste wel eerder ‘schakelen’. Net zoals het thuiswerken een grotere vlucht heeft genomen, vanwege het corona-virus. 

“Misschien is 3D-printen een oplossing voor kleinere producten in metaal. Op dit moment is dat wellicht niet geschikt voor grote series, maar met een andere inrichting kan het mogelijk wel. Het is natuurlijk lastig, als je in een sector zit waar je al honderd jaar hetzelfde doet en dat het altijd goed blijkt te gaan. Dan is innoveren niet je prioriteit. Gelukkig zijn er vanuit de metaal ook goede initiatieven. Zo werkt de Staalfederatie met de staalbouwers aan stimulering van hergebruik van materialen. Durf je businessmodel in te richten op circulaire inkoop. Dat is de toekomst en komt sneller dichterbij dan we dachten.”

Samenwerking

Als de schaarste zo groot is en ook nog mogelijk zolang duurt, zijn er dan wel oplossingen? “Jazeker”, zegt Diana de Graaf. Ze is projectmanager Team Verbreding bij het Uitvoeringsprogramma Circulaire Maakindustrie. Dit samenwerkingsverband van bedrijfsleven, overheid en kennisinstellingen maakt dat zich sterk voor de circulaire transitie van de Nederlandse maakindustrie. “Als directe reactie op de schaarste en de prijsstijgingen zie je dat revisie en refurbishment meer aandacht krijgen. Bedrijven geven bij hun klanten aan dat een nieuwe machine niet snel geleverd kan worden, maar dat een upgrade wel kan.”

Ze kent een verhaal over een machine die twintig jaar heeft stilgestaan en na een grondige revisie weer prima meedraait. Maar over het algemeen is er nog flink wat te bereiken in de maakindustrie. “Op het gebied van metaal, waar recycling natuurlijk al jaren bestaat. Maar de volgende slag is hergebruiken van hele producten en componenten, dat is nog een flinke stap verder weg. OEM’ers bieden soms al circulaire oplossingen aan, maar toeleveranciers zijn minder pro-actief. Zij willen wel circulair werken, maar er ontbreken handvatten en stappenplannen. Ze weten nog niet goed genoeg hoe het aan te pakken.”

Synergie

De Graaf is wel positief voor de nabije toekomst, vanwege de combinatie met Smart Industry. Smart Industry levert voordelen op als het gaat om circulariteit. TNO heeft bij zeventig bedrijven de combinatie van Smart Industry en circulair werken onderzocht. Daaruit bleek dat als je slimme oplossingen toepast in je proces, je niet alleen efficiënter produceert, maar dankzij monitoring op afstand ook beter inzicht hebt in wat er speelt tijdens het gebruik. Daarmee kun je betere service en onderhoud leveren, waardoor producten langer meegaan.

“Er is synergie tussen Smart Industry en circulair”, zegt De Graaf. “Op dit moment is het project CESI Supply begonnen. Centrale vraag is: hoe kunnen metaal- en elektronische toeleveranciers worden betrokken bij de circulaire transitie in de maakindustrie? Onderzocht zal worden waar toeleveranciers nu staan op de circulaire/Smart Industry-ladder en hoe hun huidige positie, ambitie en netwerk kunnen leiden tot een bedrijfseconomisch gezonde bijdrage aan slimme, circulaire strategieën en activiteiten. Daarmee werken ze aan toekomstbestendigheid en concurrentievermogen, van zichzelf en de hele bedrijfstak.”

De Graaf ziet dat de huidige schaarste zorgt voor een snelkookpan-effect. “Al jaren roepen we dat de huidige schaarste er zal komen. Het is nu een drijfveer om echt aan de slag te gaan. Zeker als je kijkt naar de macrotrends. De bevolking groeit, mensen worden rijker en ze worden ouder. Dus het gebruik van grondstoffen zal waarschijnlijk groeien. Naar verwachting met tientallen procenten. Dat wordt een grote uitdaging. Mijn advies? Ga zoveel mogelijk in je keten kijken of je producten beter kan produceren, en werk samen. Kijk ook naar nieuwe businessmodellen door bijvoorbeeld diensten te leveren in plaats van producten, servitization. Daar liggen de kansen.”

Beeld: Shutterstock

Deel dit artikel

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief van TechniShow met al het nieuws uit de productietechnologie!
Aanmelden