11 april 2019 - 3 min leestijd

Stewart Lane (Renishaw) overziet Europese AM-markt tijdens Nederlands Metaalcongres

AM-spelers uit heel Europa komen dankzij Stewart Lane bij elkaar. Want behalve corporate manager bij Renishaw is hij bestuurder bij CECIMO, vertegenwoordigt hij het Britse MTA en zit hij een Europese AM-belangengroep voor. Stewart Lane vraagt zich af: hoe kan AM voldoen aan de eisen van Europa?

 

Voor Lane is duidelijk dat er een belangrijke uitdaging ligt als het gaat om Additive Manufacturing standaardisatie. “Er is al veel bereikt, maar het is nog niet genoeg. En misschien is de uitdaging niet dat er te weinig partijen zijn die met standaardisatie bezig zijn, maar juist te veel. Neem de ruimtevaartindustrie. Daar zijn nu 27 standaarden.”

Sinds hij vanaf 2013 general manager sales en group business development bij Renishaw is, houdt hij zich intensief bezig met AM. Hij werkte aan applicaties voor warmtewisselaars en componenten voor vliegtuigen. Dat viel ook de Britse brancheorganisatie MTA (vergelijkbaar met FPT-VIMAG) op en hem werd gevraagd om als 3D-printspecialist bij te dragen aan die vereniging. Van daaruit kwam hij in het bestuur van Cecimo, de Europese koepel voor productietechnologie.

“Additive Manufacturing is relatief nieuw, zeker gezien de geschiedenis van industrialisatie. Ik merk dat er wel meer interesse voor ontstaat, ook vanuit de politiek. Zij zien het als een opkomende technologie waar Europa veel baat bij kan hebben. En ja, dat leidt tot Europese subsidies en investeringen. Een bijkomstigheid is dat een opkomende technologie als AM ook de wetgevers aan het werk zet. Die beteugelen sommige ontwikkeling, soms uit angst. Bijvoorbeeld voor het printen van wapens.”

Toch vindt Lane het terecht dat de wettenmakers zich richten op AM. “Zij buigen zich naast kwesties als wapenproductie ook over belangrijke aspecten als veiligheid. Hoe zit het met CE richtlijnen? En hoe past AM in bestaande wetgeving? Die discussies moeten en zullen worden gevoerd.”

 

Kennishub

Voor Lane staat kennis centraal. Dankzij deze kennis kan de Europese metaalsector een prominente rol blijven spelen, ook op het gebied van 3D. “Een groot deel van het originele onderzoek komt uit de academische wereld. Een groot gedeelte van het intellectuele eigendom blijft ook daar. Maar de laatste tijd verandert er wel wat. De kennisontwikkeling neemt snel toe, omdat de technologie een beter kosten-baten-evenwicht krijgt. De machinebouwer en de technologieleveranciers verkopen simpelweg meer. En je ziet dat vanuit zowel de EU als vanuit individuele landen een continue financiële stroom op gang komt. Tot slot merk ik dat vanuit de grote kennisinstituten de brug naar de industrie steeds vaker wordt gelegd. Dat is een grote verschuiving.”

Is Europa een kennishub voor AM aan het worden? Dat is nog niet duidelijk, betoogt Lane. “Traditioneel is Europa sterk in staal. In de Verenigde Staten zijn de spelers op het gebied van plastic weer sterker. Je ziet dat sommige Europese bedrijven worden opgepikt door Amerikaanse. Zo kocht GE Aviation onlangs twee Europese bedrijven (Concept Laser en Arcam, red.). Dat wil niet zeggen dat de kennis ook weg is. Zeker omdat nog niet duidelijk is hoe de markt zich ontwikkelt. Sterker, het is zelfs nog onduidelijk welke techniek dominant zal zijn.”

 

Deel dit artikel

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief van TechniShow met al het nieuws uit de productietechnologie!
Aanmelden