24 mei 2024 - 10 min leestijd

“Wij zijn geen Rupsje Nooitgenoeg. We zijn extreem selectief”

Andra Tech Group heeft in maart Lucassen Groep uit Sittard overgenomen. De specialist op het gebied van fijnmechanische onderdelen van uiteenlopende materialen die voldoen aan hoge reinheidseisen is de negende loot aan de boom van de investeerders van de Andra Tech Group. Maar volgens Geert Ketelaars en Adwin Kannekens zijn ze niet bezig met het verzamelen van zoveel mogelijk bedrijven in de maakindustrie. Het gaat ze om een ecosysteem van maakbedrijven. “De mensen die werken in de maakindustrie, dat zijn uitvoerende specialisten.”

In een vergaderzaal in het gebouw van Kusters Precision Parts zitten Geert Ketelaars en Adwin Kannekens, respectievelijk CEO en CCO van Andra Tech Group. Andra Tech Group heeft net een nieuw bedrijf gekocht, de Lucassen Groep uit Sittard. Het is het negende maakbedrijf dat in de groep komt. Wat voegt Lucassen toe? “Klanten in high-tech sectoren, zoals Semicon en Analytical, stellen steeds hogere eisen aan onze bedrijven. Specialisatie en goede communicatie met onze klanten zijn essentieel om hier invulling aan te geven. De Lucassen Groep heeft afgelopen jaren laten zien hoe dit in de praktijk moet worden gebracht, en zal daarmee een gidsfunctie gaan vervullen voor andere bedrijven binnen Andra Tech Group”, stelt Kannekens in een persbericht.

Consolidatie

Andra Tech Group heeft allerminst de uitstraling van een paar jongens met snel geld die bedrijven opkopen, uitkleden en met winst proberen te verkopen. Dat is immers het beeld dat veel mensen hebben van investeringsmaatschappijen. Het tegendeel is in dit geval waar. Mensen staan centraal (de slogan van Andra Tech Group is ‘People. Make. Technology’). Ketelaars en Kannekens zijn samen met de andere twee directieleden Gerben Heideman (COO) en Eric Urff (CFO) vooral gericht op het maken van een ecosysteem van maakbedrijven,. 

Ketelaars: “Er is een trend gaande die nauwelijks zichtbaar is, maar wel een grote impact heeft op de maakindustrie: consolidatie. Voor sommigen klinkt dat als een bedreiging of misschien zelfs wel als een vies woord. Maar dat is het helemaal niet. Consolidatie kun je ook op een manier doen waarbij je gewoon het dna van bedrijven intact houdt.”

Het recente rapport ‘Consolidatie in de metaalbewerking’ van ABN Amro onderschrijft de woorden van Ketelaars. Private equity-bedrijven uit binnen- en buitenland nemen volgens de bank steeds vaker machinebouwers op. Deze financiële partijen hebben door een ‘buy-and-build’-strategie enkele nieuwe, grote en professioneel geleide bedrijfsgroepen samengesteld. De meeste nieuwgevormde bedrijfsgroepen hebben het profiel van een industriële verspaner en zetten in op volledig geautomatiseerde productie van grotere series. Schaalgrootte is namelijk essentieel om de hoge investeringen in machines en automatisering te kunnen dragen. De aansturing van dergelijke verspaners verschuift van technologie- naar bedrijfskundig-gedreven. Veel ondernemers lopen er tegenaan dat ze op een gegeven moment grotere stappen moeten maken om mee te kunnen. 

Kannekens valt Ketelaars bij. “Dat sluit precies aan bij wat we in de markt zien. Als een bedrijf echt verder wil groeien, is investeren een vereiste. En dat is best een opgave, in een soms volatiele markt. De bedrijven die wij interessant vinden zitten precies daar: goedlopende ondernemingen die slagkracht en een buffer nodig hebben om te groeien, vooral met verdere automatisering. Dit soort bedrijven worstelt juist met de volgende stap in hun groei.”

Ketelaars: “We gaan in zee met succesvolle bedrijven. Een goed bedrijf heeft een stabiele omzet, een vaste klantenkring, een pand dat voldoet. En dat is prima. Maar succesvolle bedrijven groeien. En als je groeit, moet je je bedrijf doorontwikkelen. Je klanten worden steeds professioneler, dus moet je zelf ook professioneler worden. Hoe richt je je planning in? Hoe richt je je kwaliteitsafdeling in? In de hele organisatie gaat en moet de lat hoger. En je ontkomt niet aan verregaande automatisering. En als je echt succesvol bent, heb je ook nog een nieuw pand nodig.”

Geert Ketelaars

Als onderneming kan je dan aankloppen bij een bank. Maar die vinden de maakindustrie op een aantal punten ‘een beetje spannend’, zoals Kannekens het noemt. Want elk bedrijf heeft wel een zogenoemde dominante klant. Dat is de belangrijkste klant, die vaak al jaren mee gaat. Het is een vertrouwensrelatie. Dat gaat in principe goed. Maar banken vrezen dat die zakelijke relatie toch een keer ophoudt. 

Ketelaars: “Afhankelijkheid is een risico. Zelfs dusdanig, dat het een rem kan zijn op verdere groei. Want wat als je investeert en juist op dat moment je klant wegloopt? Of juist op dat moment de vraag van je grootste klant daalt? Wij kunnen met onze Andra Tech Group hier juist een helpende rol in spelen. Want wat voor een bedrijf een dominante klant is, is voor de hele groep geen dominante klant. In de groep hebben we veel grotere klanten, dus die afhankelijkheid ligt dan opeens heel anders.”
“We zijn geen Rupsje Nooitgenoeg dat gaat kopen wat er te koop is”, vervolgt Ketelaars. “We zijn extreem selectief. We willen mooie bedrijven toevoegen die gezond zijn en groeien. Groei zegt iets over je techniek en over je ontwikkeling. En dan moeten het ook bedrijven zijn die iets toevoegen aan ons als groep. Dat zijn of bedrijven die in markten zitten waar wij niet in zitten, die in geografisch opzicht op plekken zitten waar wij niet zitten, of in technologisch opzicht iets hebben dat wij (nog) niet hebben.”

Brug

In de Utrechtse Jaarbeurs in opende Ketelaars in maart samen met Jan Aalberts, de oud-CEO en oprichter van Aalberts Industries, TechniShow 2024. De vijf minuten die hem op dat podium waren gegeven, bleken bij lange na niet genoeg om de visie van de Andra Tech Group te delen. “Automatisering, digitalisering, robotisering: dat zijn allemaal heel zichtbare trends. Maar ik wilde de focus juist leggen op de onzichtbare elementen in de maakindustrie”, zegt hij. Want alle machines die op TechniShow 2024 stonden, maken het maken mogelijk. Maar uiteindelijk zijn dat slechts middelen. Het zijn die mensen die het verschil maken, wil Ketelaars benadrukken. En dat is helaas niet bekend bij het grote publiek. “De maakindustrie krijgt te weinig maatschappelijke erkenning en aandacht, vind ik. Want vergis je niet: de mensen die werken in de maakindustrie, dat zijn uitvoerende specialisten.”

Kannekens vult hem aan: “Onlangs wilde de demissionair minister van Onderwijs, Robbert Dijkgraaff, een discussie over de termen mbo en hbo. Het probleem daarmee is dat mensen een natuurlijke neiging hebben om positiever te zijn over ‘hoger’ onderwijs. Maar het grappige is dat de mannen en vrouwen die bij ons op de werkvloer staan, een praktische beroepsopleiding hebben, om vervolgens op Champions League-niveau werk te doen. Daar is niets ‘middelbaars’ aan. Daar is niets ‘middelmatigs’ aan. In de maakindustrie werken we op het allerhoogste niveau.”

Dus vinden de beide topmannen dat de praktische beroepsopleidingen wel wat hoger zouden mogen worden gewaardeerd. “Onze visie is dat wij de aansluiting maken tussen de theoretisch opgeleide mensen en praktisch opgeleide mensen: de ene categorie bedenkt iets en de andere maakt het”, zegt Kannekens. “Zowel aan de kant van de engineers als aan de kant van de mensen in de werkplaats is alles complexer geworden. Ze zijn op hun eigen gebieden nog meer specialist geworden. Maar ze hebben elkaar wel nodig om tot goede producten te komen. Wij willen een brug slaan.”

Competence

Dat Andra Tech Group schaalvoordelen heeft, betekent ook dat ze beter kunnen innoveren. Een voorbeeld daarvan zijn de zogenoemde Competence Centers. Eigenlijk bestaat zo’n Competence Center uit een groep mensen in een van de bedrijven van de Andra Tech Group die zich concentreert op een bepaalde technologie. Momenteel zijn er twee Competence Centers binnen Andra Tech Group: 3D Metaal Printen en Cleaning & Qualification.

Kannekens legt uit: “We beginnen in een van de bedrijven zo’n Competence Center. Daar investeren we dan in nieuwe technieken. Zoals binnen Wilting, een van onze bedrijven in de groep. Daar is het Competence Center 3D Metaal Printen. Dat centrum binnen Wilting is dus beschikbaar voor alle klanten van alle bedrijven in de Andra Tech Group. De ontwikkeling, de investeringen, de kennis en de nieuwe middelen bundelen we bij Wilting, met het idee dat het eens een volwassen dienst wordt die we kunnen aanbieden.”

Het werkt als een soort van technische kraamkamers. En het is ook nog eens een vorm van back-up. Want als je een bepaalde techniek – in dit voorbeeld 3D-metaalprinten – wilt aanbieden, moet je minimaal twee machines hebben. Als je problemen hebt met de ene, moet je wel de continuïteit naar je klanten kunnen garanderen. Dus één machine is eigenlijk geen machine, vinden Ketelaars en Kannekens. “Stel dat HFI, een ander lid van de groep, genoeg werk heeft om klanten te bedienen met 3D-metaalprinten. Dan hoeft daar dus maar één machine te staan. Want de redundantie zit nog steeds in het Competence Center bij Wilting. En de kennis die ze vanaf dat moment bij HFI opdoen, wordt gedeeld met het Competence Center. Met uiteindelijk het doel om 3D-metaalprinten te integreren als een normale techniek bij onze groep, net zoals frezen, draaien of draadvonken dat is.”

Adwin Kannekens

Kannekens: “Het is voor ons niet alleen efficiënt. Ik denk dat als we dit soort Competence Centers niet meer hebben, we als geheel over een bepaald aantal jaren niet meer relevant zijn. Wij moeten ons doorontwikkelen. Voor onszelf. Voor de groep. Maar net zo goed voor onze klanten.”

Funda

Wat missen ze in hun portfolio? In Nederland is Andra Tech Group al hard gegroeid. In Duitsland is er alleen de overname van Mayer Feintechnik, gespecialiseerd in de productie van fijnmechanische metalen onderdelen en modules voor bedrijven die in de semicon, medische, optische en laserindustrie werkzaam zijn. Bij onze oosterburen zouden Ketelaars en Kannekens nog verder willen groeien. Ook omdat ze een onontdekt potentieel zien bij de Duitse industrie. Er is namelijk een interessante paradox: aan de ene kant is de automatiseringsgraad in Duitsland erg laag, zeker in vergelijking met de Nederlandse maakindustrie. Aan de andere kant is bijvoorbeeld de automobielindustrie juist heel hoog geautomatiseerd. Er zit echter een gat tussen de aantallen die daar worden gevraagd en de markten waarin Andra Tech Group wil acteren.

Kannekens: “Er worden in de Duitse automobielindustrie fantastische producten gemaakt, met een extreme nauwkeurigheid en korte cyclustijden. We vinden het interessant om te onderzoeken hoe je die hoge automatiseringsgraad in de auto-industrie als het ware naar minder geautomatiseerde industrieën kan laten doorsijpelen.”

Dus de Duitse industrie is veel innovatiever dan ze zelf weten? “Er is een heel groot gat tussen de traditionele bedrijven die hele mooie spullen kunnen maken, maar wel wat conservatief zijn, en de automotive-industrie die een hele lijn opzetten op topniveau en vijftien tot twintig jaar hele goede producten stampen.”

Ketelaars: “De bedrijven die er in slagen hun high-mix, low volume-werkzaamheden te automatiseren, zijn voor ons echt interessant.”

Wat wordt dan de volgende overname? Ketelaars: “Daar gaan we natuurlijk geen uitspraak over doen. Maar er zit altijd iets in de pijplijn. We zijn altijd gestructureerd aan het kijken. Het is iets wat doorlopend gebeurt.” Kannekens: “Zie het als wanneer je op zoek bent naar een nieuw huis. Je vergelijkt het een en ander op Funda en wat in de stille verkoop komt. Echter, we zijn niet alleen maar op Funda aan het kijken. We doen ook bezichtigingen. En we bieden ook af en toe.”

De Andra Tech Group

De Andra Tech Group bestaat uit negen bedrijven in Nederland en Duitsland (Lucassen, DKH, HFI, Jatec, Kusters, Lemmens, Mayer, Visietech en Wilting) met in totaal elf productielocaties die zich richten op de maakindustrie. De groep is gespecialiseerd in het produceren van hoogwaardige fijnmechanische onderdelen en modules. De ruim zevenhonderd technische vakmensen die bij Andra Tech Group werkzaam zijn, bedienen klanten in verschillende industrieën, waaronder de semicon-, verpakkings-, voedingsmiddelen-, mobiliteits-, medische en lucht- en ruimtevaartindustrie. De groep staat bekend om zijn specialistische kennis en expertise in het verwerken van (moeilijk te bewerken) metalen en kunststof. 

Deel dit artikel

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief van TechniShow met al het nieuws uit de productietechnologie!
Aanmelden